De geschiedenis van Desperado De restauratie Desperado in aktie

 

De geschiedenis van DESPERADO

In het najaar van 1989 was het dan zover, ik zou mijn eigen Jeep gaan kopen. Door de hoge dollarkoers waren de prijzen echter ontzettend hoog. Ik ging dus op zoek naar een 'opknapper'. Na het plaatsen van een advertentie in een landelijk dagblad kwam ik in Hengelo uit. Daar stond een CJ7 die te betalen was. Er was al aan gewerkt maar dat was door de eigenaar opgegeven. Voor toch nog een aanzienlijk bedrag werd ik eigenaar van het 'wrak'. Op de trailer hebben we hem opgehaald en toen kon de restauratie beginnen.

 

 

 

Samen met Herman werd een schuur gehuurd en ik begon het wrak te strippen. Het bleek dat het plaatwerk totaal verrot was. De body lag praktisch los op het chassis, alle bevestigingspunten waren weggeroest. Aan het chassis moest dus ook het nodige gebeuren. Eerst werd het gestraald, zodat alle narigheid goed zichtbaar werd. Daarna werden alle slechte plekken gerepareerd en zonodig verstevigd en daarna werd het chassis volbad gegalvaniseerd om een zo goed mogelijke roestbestendigheid te bereiken.

 

 

 

Alles behalve de motor en automatische versnellingsbak werd helemaal uit elkaar gehaald. Alle onderdelen werden gestraald, zo mogelijk volbad gegalvaniseerd of anders geschopeerd en daarna nog in tweecomponenten epoxylak gezet. Wat er maar enigzins versleten uitzag werd vervangen. Uiteindelijk moest het een zo goed (of betere) als nieuwe Jeep worden.

 

 

 

 

De body was zo slecht dat hij niet meer viel op te knappen. Er moest dus een andere komen. Er waren een paar mogelijkheden: Een goede tweedehandse, een nieuwe polyester of een .....roestvrijstalen body. Het roestvrijstaal leek me ideaal, maar die was niet te koop, dus die moest zelf gemaakt worden. Mijn broer Herman die toen nog metaalbewerker was wilde me erbij helpen. Het komt er op neer dat hij het eerste jaar alleen aan de body gewerkt heeft, terwijl ik het technische gedeelte restaureerde. Daarna hebben we er nog een jaar samen aan gewerkt. Maar ik moet zeggen: Het resultaat mag er wezen.

 

 

 

Na twee jaar was dus de body klaar, maar de tijd en de zin om de motorkap grill en spatborden ook van roestvrijstaal te maken ontbrak. Ik wilde nu eindelijk wel eens rijden. Die delen heb ik dus maar van polyester aangeschaft. Ik heb ze voor het spuiten zeer nauwkeurig pas gemaakt en alle gaten die in de hele carosserie moesten komen vast geboord. Op een karretje (wat tevens de mal is waar we de body op hebben gebouwd) hebben we de delen naar de spuiter gebracht. Na zes weken kwam alles in prachtig 'pasadena blauw' weer terug en kon het afbouwen beginnen.

 

 

 

Het was nog hard werken om voor de vakante klaar te zijn. Maar uiteindelijk op 28 juli 1992 was het zover, drie dagen later als we gepland hadden konden we richting Frankrijk vertrekken. Ik had nog snel de naam DESPERADO op de motorkap geplakt, want zo moest mijn Jeep verder door het leven gaan. Al op de eerste dag bleek dat de motor niet veel oliedruk had. Ik had echter na al die maanden hard werken geen zin meer om er eerst wat aan te doen, ik zou wel zien hoever ik kwam. Dat was nog vrij ver, pas op de terugweg ongeveer duizend kilometer van huis blies de motor zijn laatste adem uit. DESPERADO werd door de ANWB thuisgebracht en er ging alsnog een nieuwe motor in. Sinds die tijd heeft DESPERADO me al vele kilometers en uren rijplezier bezorgd.