Oost Europa 1997.

Hier weer een reisverslag van Herman en Arjan de Koning. Vorige zomer zijn we met onze Jeeps naar oost-Europa geweest, met als reisdoel Odessa, een plaats aan de zwarte zee in de Oekraïne.

Op zaterdag 19 juli zijn we vertrokken, vijf weken vakantie voor de boeg. We hadden het plan om ongeveer de helft van de tijd in Oost Europa door te brengen, en de rest van de tijd via Griekenland weer rustig aan naar huis. We hebben van dag tot dag een dagboek bijgehouden en daar is dit verhaal een samenvatting van.

We konden pas na de middag vertrekken, maar we wilden toch een flink stuk opschieten, dus hebben we tot 's avonds snelweg gereden. Daarna geslapen op een camping en vanaf de volgende morgen alleen maar binnendoor. Geen snelweg meer gezien tot de laatste dag van de vakantie. We begonnen met redelijk weer, niet echt mooi maar in het begin wel af en toe zon, later niet meer. De temperatuur daalde in de loop van de dag van 20 tot 15 graden. Gelukkig vonden we vlak voor de Tsjechische grens nog een camping. Alleen toen we ons gingen melden bleek hij vol te zijn. Toen we zeiden dat we wel op de parkeerplaats wilden slapen draaide de man bij. Hij gaf ons de sleutel van de toiletgebouwen en later gaf hij ons ook nog een plekje op de camping op een seizoenplaats van caravanners die er niet waren. De volgende morgen naar Tsjechië. De Tsjechische grens gaf geen problemen, alleen even paspoort laten zien en klaar. Na ongeveer 40 kilometer in Tsjechië was er een gaspomp waar we getankt hebben. Het gas kost hier ook ongeveer de helft van benzine (65 cent om F 1.30). De wegen zijn redelijk, een glooiend landschap dat een beetje aan Frankrijk doet denken, alleen regent het de hele dag. Ondanks de regen zijn we goed opgeschoten. Van de watersnood die Tsjechië heeft getroffen hebben we nog niets gezien. Aan het eind van de rit geld getrokken en weer gas getankt. Toen naar een camping gereden die op de kaart en in het boekje stond. 's Avonds nog even naar huis gebeld, het telefoneren kostte 175 kronen. Ik betaalde met 200, de man had geen wisselgeld en ik zei dat het wel goed was. Hij protesteerde echter en toen liep hij naar achteren, ik dacht om wisselgeld te halen. Hij kwam echter terug met een grote fles bier, die konden we natuurlijk niet afslaan. Het is inmiddels droog en we zitten nu bij de Jeeps, we zijn net klaar met eten en gaan nu die fles bier leegmaken.

De volgende dag zoals altijd na een rustig ontbijt weer vertrokken. Herman heeft gisteravond een lijstje gemaakt met plaatsen waar we langsgaan en ik heb alle coördinaten in de GPS gezet. Dat werkt perfect. Als je bij een plaats aangekomen bent, komt automatisch de volgende plaats in beeld met de richting die je op moet. Het rijden begint weer automatisch te gaan, ik begin me weer één te voelen met mijn Jeep. De eerdere dagen had ik dat gevoel nog niet, bij Herman bleek dat trouwens net zo te zijn. Het weer is beter geworden. Het is nu rond de 20 graden en het raam kan weer open. We beginnen nu op kleinere wegen te rijden, lekker rustig met weinig verkeer. De mensen langs de kant reageren enthousiast. Vlak voor de Slowaakse grens hebben we in een wegrestaurant een heerlijk maal genuttigd voor nog geen tientje de man. Bij de Slowaakse grens even een stempel gehaald, verder niks. We rijden om kwart voor zes nog een camping voorbij, met als gevolg dat we nog een mooie maar koude rit door de hoge Tatra te gaan hebben voordat we om acht uur op een gezellig uitziende camping bij een meer aankomen. We besluiten direct om hier een dag te blijven. Ondanks dat we blijven hebben we geen zin de tent op te zetten en we maken de bedden in de Jeeps klaar. Na een paar biertjes gaan we de camping verkennen. Er zitten veel Hollanders. Er is een restaurant dat nog open is, dus we nemen de tweede warme maaltijd van de dag. De volgende dag is een echte rustdag. Het is heerlijk weer. Beetje lezen, beetje niksdoen. Dat kan ook heel lekker zijn. Zo is inderdaad de hele dag verlopen. Het is zeer goed toeven hier. Zeker als het weer goed is zoals nu, zonnig en 26 graden. Een halve liter bier een gulden en een warme maaltijd acht gulden.

De volgende morgen op tijd uit bed. Vandaag een korte etappe, bewolkt weer, geen regen maar nog wel natte wegen. Op een natte bergweg maakten beide Jeeps een slippertje, maar ervaren chauffeurs kunnen dat goed opvangen. Bij het plaatsje aangekomen waar we wilden kamperen, om ongeveer halfvier, werden we bij de eerste camping doorgestuurd. Niemand kon daar een woord buitenlands en ik denk dat ze dat niet zagen zitten met die Hollanders op de camping. Bij de tweede camping wel succes. We staan dus nu tussen de Slowaken en de Polen. Het weer was weer mooi toen we aankwamen, dus er kon gebiert worden. Later nog naar het "BUFET" van de camping gelopen, daar konden we een hamburger krijgen. Na het ijskoud douchen zijn we langs het meer gaan lopen. We kwamen uit bij een soort braderie achtig gebeuren. Heel gezellig, echte vakantiesfeer. Alleen die taal he. Ik heb geprobeerd twee halve pizza's te bestellen. Na een half uur kwam er een pizza. O.K. Maar na tien minuten kwam er nog een pizza, nou ja ook goed. Maar toen er later nog een halve pizza kwam hebben we hem maar teruggestuurd. We hebben ook nog een flink stuk meegenomen voor de volgende dag onderweg.

Vannacht heeft het onwijs hard geregend, maar nu is het weer droog (behalve de stoelen). We gaan nu ontbijten en de route bepalen de Oekraïne in. De wegen in het oosten van Slowakije zijn perfect. We schieten dus lekker op naar de grens. We komen geen pompstation meer tegen, dus we blijven met onze Slowaakse coruns zitten. We komen ongeveer 2 kilometer voor de grens nog langs een postkantoortje. Zodat we nog even naar huis kunnen bellen. Het bellen gaat nog ouderwets via de dame achter het loket en een telefoniste, maar uiteindelijk krijg ik via een krakend lijntje in een cabine het thuisfront aan de lijn. Toen op naar de grens. Eerst de Slowaakse douane. De gebruikelijke dingen, langzaam werkende ambtenaren, elke keer weer paspoort vragen en weer teruggeven, zelfs de chassisnummers van de auto's moesten ze zien. Uiteindelijk na ongeveer een half uur mochten we verder naar de Oekraïense douane. Bij de Oekraïense douane in het begin hetzelfde verhaal. De paspoorten afgegeven en wachten. Toen kwam er een dame die ons formuliertjes gaf die we in moesten vullen. Maar ons Russisch is niet zo erg best (zeg maar gerust is er helemaal niet), dus daar konden we niets mee. Na wat heen en weer gepraat, Russisch / Nederlands, ging ze weer en kwam ze later met Duitstalige formuliertjes aan. Dat ging een stuk beter. Het bleken formuliertjes te zijn, waar je op moest invullen wat voor kostbaarheden en hoeveel geld je bij je hebt. Toen dat gebeurd was gebeurde er een tijd niets. Je zag de ambtenaren naar ons kijken en over ons praten en eerst werden de andere auto's weggeholpen. Toen kwamen wij weer aan de beurt, ze kwamen weer met de Russische formuliertjes aan, maar toen haalde wij onze ingevulde Duitse te voorschijn. Daar konden ze wel mee leven. Inmiddels was er, zoals in James Bond films van voor de val van het ijzeren gordijn, een jonge blonde vrouwelijke douanier opgetrommeld (een soort "Nikita" uit de clip van Elton John). In een mooi uniform, mooi opgemaakt met veel goud overal. Met behulp van haar gebrekkige engels corrigeerden we onze formuliertjes nog wat en toen moest de bagage gecontroleerd worden. Dat stelde trouwens vrij weinig voor. De sfeer was inmiddels vrij ontspannen geworden en Tanya (zo heette ze) maakte geintjes met haar collega's, die inmiddels met ongeveer 10 man om de Jeeps heen stonden, over wat ze in en aan onze Jeeps zagen. Uiteindelijk na in totaal twee en half uur vanaf het begin van de Slowaakse grens mochten we verder. Ze wezen ons nog de bank, we wilden 200 mark wisselen in Roebels. Het meisje achter de balie deed wel wat moeilijk, maar door dat Russisch snap je er geen bal van. Uiteindelijk begrepen we het wel toen ze het geld ging tellen. Ze kwam op ééntjes en muntjes uit. Toen hebben we er maar 150 mark van gemaakt. Toen nog twee slagbomen door en we waren in de Oekraïne. Nog even gestopt om een koud stuk pizza te eten (zie gisteravond) en de banden af te laten lopen. De wegen waren namelijk gelijk een heel stuk slechter, maar wel lekker rustig. We wilden via een klein weggetje, wel met nummer op de kaart, oversteken naar de volgende hoofdweg. De weg werd echter steeds slechter, van wit naar zwart in Jamboree termen, tot het te gek werd om verder te gaan. Terug dus maar weer. Op de hoofdroute, na weer twee controles, getankt. Dat liep ook wat moeizaam, maar uiteindelijk bleek dat je vooruit voor een aantal liters moest betalen. Dat werd ons pas duidelijk toen de mensen daar door kregen dat we Nederlanders waren en geen Duitsers. Toen werden ze opeens veel behulpzamer. Uiteindelijk met volle tanks, via deze keer wel een doorgaande weg, overgestoken naar de volgende hoofdweg. Daar ontdekte Herman zowaar iets dat op een campingbordje leek. En ja hoor, er was een soort oud kampement uit de USSR tijd, wat nog een beetje in gebruik was. En na het zinnetje uit het boekje hoe wat waar in het Oekraïens "mogen wij hier kamperen" ging het hek open. Nadat we uitgeduid hadden dat we in de Jeeps wilden slapen werden we naar de voormalige kampeerhoek van het terrein geleid. We hebben weer zelf gekookt, chili con carne, tomaten soep en een uienburger en zitten nu nog bij de Jeeps. We zitten naast de WC's die je maar beter niet kunt zien, maar voor ons gevoel zitten we redelijk veilig achter het hek.

Het is nu alweer de volgende avond. We hebben de hele dag onze Jeeps gemarteld op verschrikkelijk slechte wegen en we hebben ook nog een stuk zwart offroad gereden. We wilden weer een oversteek maken van de ene hoofdweg naar de andere, maar op een gegeven moment kwamen we in zulke diepe sporen dat Herman vastreed. Mijn lier weigerde dienst en het sleeplint brak. Na ongeveer een half uur was Herman er toch weer uit, maar we hebben het verstand maar laten zegevieren. Met 40 kilometer ??? Voor de boeg, met maar één lier en na wat we al gehad hadden. Dus toch maar weer terug, een heel eind. Inmiddels was het ook onophoudelijk gaan regenen, de wegen leken soms wel rivieren. Zelfs het rijden op asfalt was al een avontuur op zich, zeker omdat je door het water de gaten niet meer kon zien. Nadat we een grote stad doorkruist zijn in de stromende regen, zijn we gaan zoeken naar een slaapplaats. We staan nu bij een meertje achter een restaurant. Toen we er net waren is het een kwartiertje droog geweest gelukkig. We hadden net de bedden klaar voordat het weer begon te storten. We zitten nu ieder in onze eigen Jeep (ik lig op m'n bed met een biertje) te wachten tot het droog wordt. Het onweert ook, het is een onheilspellend gezicht, de bliksem door de beslagen ramen. Als het zo toch nog droog wordt gaan we nog even naar het restaurant. Herman herinnert me via de bak nog aan twee dingen die vanmiddag gebeurd zijn. Op de terugweg uit het zwarte stuk hebben we nog een Oekraïense familie meegenomen. Er liepen veel meer mensen langs de weg maar dit kwam zo uit. Moe en dochter bij Herman, pa en dochter bij mij. Ze waren er wel blij mee want het regende hard. Het stonk wel naar knoflook in m'n Jeep, maar dat trok snel weer weg. Later hebben we nog een Lada uit de greppel getrokken, die uit de bocht gevlogen was. Hij had waarschijnlijk geen remmen meer, want toen ik hem weer op de weg getrokken had dreigde hij tegen mijn Jeep aan te rollen, en de bestuurder kon er niets tegen doen. Weer blije mensen die ons als "kameraden" bedankten.

We zijn toch nog naar het restaurant gelopen. Het was nog open. Er zat een grote groep te eten, tamelijk luidruchtig. Ze keken eerst een beetje raar toen wij binnen kwamen stappen. Met hulp van een iets Duits sprekende gast konden we vlees en bier bestellen. We werden in een soort treincoupe gezet en afwachten maar. Even later kwamen de flessen bier en een bak brood en een tomaten salade. Later nog een lekker gekruid stuk vlees en gekruide aardappelen, het smaakte heel lekker. Inmiddels was het andere gezelschap uitbundig aan het dansen. Op een gegeven moment zijn zelfs wij de dansvloer opgehaald en hebben we sinds jaren in de vakantie weer eens gedanst. Als ze goed gekeken hadden hoe we eruit zagen na onze off road avonturen hadden ze zich waarschijnlijk nog wel even bedacht. Toen ik aan de ober vroeg waar het toilet was nam hij me mee naar buiten. Met een wijd armgebaar maakte hij me duidelijk dat ik zelf maar ergens een plek moest zoeken. Na nog een paar biertjes hebben we afgerekend 20 $ en nog 10 roebel terug (eigenlijk 16). De ober nam ons nog even mee naar achteren en liet ons een politiepet zien, met de waarschuwing dat we niet met drank op moesten gaan rijden. Dat hoefde ook niet want de Jeeps stonden vlak bij, maar dat wist hij weer niet.

De volgende morgen was het bij het ontbijt weer droog. Weer zoals gewoonlijk rustig zitten ontbijten. Daarna de route bepaald. Toen ik de plaatsen zat te programmeren in de GPS begon het weer te regenen, dus dat moest ik in de auto afmaken. Toen we vertrokken werd het al gauw weer droog en later zelfs lekker weer. Later op de dag hebben we nog wel een paar stevige buien gehad. Tussen de middag ons eigen brood gegeten, want we zagen niets geschikts langs de weg. Natuurlijk nadat we gegeten hadden wel.

De wegen waren vandaag over het algemeen redelijk, dus we schoten lekker op. Na zes uur zijn we uit gaan kijken naar een slaapplaats. Om ongeveer zeven uur kwamen we bij een pompstation en omdat mijn tank leeg is gaan we tanken. We vragen of we in dollars kunnen betalen, want onze roebels zijn op. Dat is geen probleem. Dan zien we achter het station een grasveld, ik vraag m.b.v. het boekje of we mogen kamperen en dat is ook geen probleem. Als we ons bivak ingericht hebben komt er een glimmende Mitsubishi terreinwagen het terrein oprijden, ik had hem onderweg ook al gezien, zo'n wagen valt op hier. Een man met een dikke pens en een blond vrouwtje komen eruit en komen bij ons kijken. Ze kennen een beetje Duits en vragen wat dingen. Wij vertellen over onze reis. Hij wil weten wat onze auto's waard zijn en vertelt vol trots dat zijn auto 30000 mark gekost heeft in Duitsland. Hij wil ook één van de Jeeps kopen, niet dus. Hij vertelt dat hij de baas is van dit hele spul, geeft ons zijn kaartje, ik geef hem het mijne. Hij vertrekt weer en wij drinken ons biertje lekker op. We wassen ons een beetje bij de kraan op de hoek van het veld en gaan dan naar de bar die er ook nog bij hoort om wat te eten. De baas is er inmiddels ook weer en laat ons vol trots zijn kantoor zien. Het is voorzien van uiterst luxueus meubilair en de modernste communicatie apparatuur. Een schilderij van z'n bedrijf en een foto van het door hem gesponsorde voetbalelftal aan de muur. Hij doet in frisdranken en direct klaar voedsel en in olie en benzine. Volgens ons is het de plaatselijke maf ia baas himself. We krijgen wel weer een lekker maal, met bier erbij en koffie toe voor 10 $, dus daar is niets mis mee. Nu zitten we nog even bij de Jeeps met op de achtergrond wat oude muziek die op zulke momenten altijd goed klinkt.

Voordat we vanmorgen vertrokken bij onze maffia baas, kwam hij kwam nog met een goed engels sprekende vriend even vragen wat we nu precies in de Oekraïne kwamen doen, of we echt niets te verhandelen hadden. We konden nog best een paar dagen blijven. Hij vroeg ook nog of we het eten lekker hadden gevonden en of we het niet te duur vonden. We zijn toch maar vertrokken, hartelijk afscheid genomen en voor het kamperen hoefden we niets te betalen. Ik had vandaag de route bepaald, het eerste stuk redelijke weg, maar de laatste 50 kilometer echte "Jeep verniel paadjes". Ik had gisteren een scheur in het chassis van m'n Jeep ontdekt. Die heb ik vandaag nauwlettend in de gaten gehouden en hij leek verder te gaan, dus ik dacht dat het gerepareerd moest worden. We zijn zelfs nog bij een soort garage geweest, maar het taalprobleem was dermate groot, dat zelfs het vragen of ze konden lassen moeilijk was. Dat werd dus niks. We zijn maar door gereden en later zagen we een meertje. Na wat omzwervingen kwamen we er. Er waren diverse mensen aan het zwemmen. Later kwam er nog een groepje Oekraïense jongens in een Russische Jeep ook zwemmen. Ze hadden harde disco muziek opstaan. Toen hun bandje afgelopen was heb ik ons bandje met 97'er dance muziek hard aangezet. Herman en ik hebben ook nog gezwommen, met de champoofles mee, dat was het eerste fatsoenlijke bad in drie dagen.

Toen we na het eten om ongeveer halftwaalf naar bed wilden gaan, kwam de Russische Jeep weer terug. Eerst aarzelend, maar later parkeerden ze vlak voor ons. Ze kwamen naar ons toe en ik bood ze een biertje aan. Toen kwamen zij met wodka en vlees en brood, waar Herman weer op reageerde met jenever. Ik heb ze ons dance bandje gegeven en ik kreeg er een met Russische disco terug. Het werd laat en gezellig. Op de vraag of ze ooit een westerse toerist gezien hadden antwoordden ze hartgrondig "never". Uiteindelijk gingen vier jongens met de Jeep weg en bleef er één jonge met drie meiden achter. We hebben toen onze glazen leeggedronken, afscheid genomen en we zijn naar bed gegaan.

De volgende dag bij het ontbijt was het weer lekker weer, ik ben direct uit bed even gaan zwemmen. Ik voelde me nog behoorlijk duf, Herman ook zei hij, zal wel iets met die eigengemaakte wodka van gisteren te maken hebben. Door het duffe gevoel gaat het opruimen op z'n elfendertigst. Ook het rijden gaat lekker rustig. Mijn Jeep wilde eerst niet starten, maar dat kwam achteraf omdat de benzine op was. Gelukkig had ik nog gas in de tank. Om benzine te tanken gingen we een stuk snelweg rijden. Na het tanken kregen we weer een controle. Ze wilden 26$ per auto hebben, maar wij wilden niet zo graag betalen. Het bleek een soort wegenbelasting te zijn en na lang praten met de kaart erbij dat we direct weer van die weg af zouden gaan, mochten we zonder betalen verder. De benzine die we getankt hadden was slecht, de Jeeps pingelden behoorlijk. Rustig rijden met weinig gas geven is dus het parool. Als we in Odessa aankomen moeten we eerst erg wennen aan de drukte van een echte stad. We zijn wel een uur aan het zoeken naar een camping die er volgens de kaart moet zijn. Na eerst een keer te zijn doorgestuurd, komen we er toch. We staan op een mooi plekje aan de zwarte zee, in een baai die zo te zien niet zo lang geleden een stuk is afgebrokkeld. Alles is schots en scheef en verroest. Er is wel een barretje waar we lekker hebben gegeten, alleen toiletten hebben we niet kunnen vinden. 's Avonds na het eten komt er nog een rus praten, we horen over het land en de angst voor straling. Zijn dochtertje mag van hem nooit naar Kiev, daarom blijft hij in Odessa, terwijl hij in Kiev een goede baan kan krijgen en zijn vrouw daar al werkt. Op den duur wordt het wel vervelend en gelukkig komt z'n vrouwtje hem na een paar uur ophalen. Ik heb lekker geslapen, maar vanochtend was het wel erg heet in de Jeep. We zijn dus maar even gaan zwemmen voor het ontbijt. De zee is hier niet zo zout, dus je frist er lekker van op. We hebben ontbeten met koffie en koek, want we hebben geen brood, daarna zijn we het hotel op gaan zoeken. Dat hotel hadden we voor één nacht besproken omdat dat nodig was om een visum te krijgen. Eerst een paar uur file rijden in die drukke stad. Toen we weer uit de drukte waren een plattegrond gekocht. Ons hotel opgezocht, dat stond er dus niet op, maar de straatnaam konden we uiteindelijk wel ontcijferen. Toen we het hotel gevonden hadden hebben we de Jeeps achter het gebouw geparkeerd en op de kamer zij we gaan douchen. De kamer zag er best netjes uit en de reservering was prima geregeld. Daarna zijn we de stad ingelopen, we zaten vlak bij een toeristische boulevard, dus we hebben eerst ons ontbijt afgemaakt met bier, een spies en patat. We hadden besloten om naar het centrum en de haven te lopen, toen we net op weg waren kwamen we de "maffia baas" uit het binnenland weer tegen. Hij was zo mogelijk nog verbaasder als wij. We hadden ons iets verkeken op de schaal van de stadsplattegrond en tussen het centrum en onze boulevard was ook niet veel te doen. Het werd dus een soort vierdaagse etappe van tweeënhalf uur. Toch nog een terras gevonden, luxe maar wel duur (omgerekend F 7, - voor een glas bier). De prijzen zijn hier ook gelijk weer westers. We zijn maar met een taxi teruggegaan naar 'onze' boulevard, en daar hebben we nog lekker op de terrassen gezeten, ons zitten vergapen aan de mooie Russische meiden met oneindig lange benen.

Na het douchen in het hotel een stevig ontbijt genuttigd, daarna weer vertrokken. We willen de hoofdweg nemen naar Roemenië. We rijden alleen aan de verkeerde kant de stad uit, dat kost ons een paar uur en diverse Jamboree achtige paadjes. Onze Jeeps zien er weer verschrikkelijk uit en zoals het weer nu is zal dat voorlopig wel zo blijven. Verder liep de reis voorspoedig, alleen de grenzen geven veel oponthoud. Bij die landen is het eruit gaan net zoveel gedoe als het binnengaan, en omdat we door Moldavië gingen moesten gingen we vier grenscontroles door. Bij alle controles het gebruikelijke langzame gedoe. Bij de Oekraïne werd zelfs nog een geigerteller langs de Jeeps gehaald om de straling te meten. Alleen bij de Roemeense douane kreeg je de indruk dat ze een beetje normaal werkten. Bij elke controle moesten papiertjes worden ingevuld, dingen in boeken worden geschreven enz. enz. enz. We hadden geen visum voor Moldavië en bij de grens begonnen ze daar over te zeuren en vroegen ons 30 mark elk. Wij waren allang blij dat we het land in mochten, want ons Oekraïense visum was al afgestempeld en dus niet meer geldig. Maar bij de uitgaande grens hadden we dus nog steeds geen visum. Daar zat een consul van het ministerie van verkeer waar we een officieel visum konden kopen voor 30 $ elk. Toen ik vertelde dat we aan de ander grens al betaald hadden, vertelde hij dat dat illegaal geweest was. Hij vroeg of we dat schriftelijk wilde verklaren, wat we deden, en hij wilde precies weten waar en wanneer dat geweest was en wat voor uniformen ze droegen. Verder werd alles correct afgehandeld en we konden Roemenië in. In Roemenië ben ik de eerste zijweg ingereden en de volgende morgen blijken we op een mooi plekje te staan met uitzicht op een glooiend landschap en de grensrivier.

In Roemenië zijn we naar de kust gereden. Binnendoor, dat ging perfect want de GPS coördinaten kloppen opeens veel beter dan in de Oekraïne. Waarschijnlijk zijn de metingen voor de kaart hier beter geweest. Om ongeveer vijf uur 's middags zijn we aangekomen op een grote camping aan de zwarte zeekust. De camping oogt bijna westers, alleen bijna alle auto's zijn Dacia's. Het strand is wit en kilometers lang. In de verte zie je de hotels aan de rand van Constanta. Op de camping zijn allerlei winkeltjes en barretjes, zodat we de avond prettig hebben doorgebracht. We hebben ook sinds een week weer een Nederlander ontmoet. Dat was wel leuk. Vanmorgen werden we uit de Jeeps gebrand door de zon, eerst het zweet eraf gedoucht en toen een lekker ontbijt. Tijdens het ontbijt kwam er een Roemeen ons sleeplint lenen om zijn auto aan te laten slepen. Toen de auto weer liep ging de sleepauto weer weg, maar toen hij het sleeplint weer teruggebracht had liet hij zijn auto weer afslaan. We hebben eerst nog geprobeerd hem aan te duwen, maar dat lukte niet. Toen Maan z'n Jeep ervoor, zijn bed was toch al afgebroken omdat we moesten tanken voor het kooktoestel, en slepen maar. De auto startte nog steeds niet en toen bekende de man dat de benzine wel op zou zijn. We hebben hem maar naar de benzinepomp gesleept, wij moesten tenslotte ook tanken. In de avond zijn we over het strand naar de hotelwijk gelopen en daar hebben we lekker gegeten. Met een taxi terug en nu zitten we voor de tent (Jeeps). Vanmiddag hebben we bier gekocht en een deel daarvan was koud, we hebben dus nu een lekker koud biertje. De volgende dag een kort etappetje van de ene naar de andere kant van Constanta. Hier ook weer volop toerisme. Hier aan de kust lijkt Roemenië niet op het Roemenië van het binnenland, maar meer op de Costa Brava in Spanje.

Op 4 augustus naar Bulgarije gereden, goede wegen. Aan de grens de gebruikelijke taferelen, belasting zus, wegenbelasting zo, kortom weer 20 $ de man. We hebben de camping opgezocht waar we vier jaar geleden ook geweest zijn. Het is iets drukker geworden en de omgeving ziet er iets beter uit. Hier staan de gerechten in de restaurants weer in vier talen op de kaart. De eerste dag op terrasjes gezeten en zelfs nog gezwommen, Herman heeft ook nog gefietst. De tweede dag een stukje gaan rijden met mijn Jeep. We hadden veel plannen, kap repareren, route voorbereiden, naar huis bellen. Daar kwam echter niet veel van terecht. Toen we op het camping terras wat gingen eten raakten we aan de praat met een Nederlandse jongen en dat duurde wel een paar biertjes. Toen nog even naar het strand, gezwommen en toen zijn we allebei in "coma" geraakt. Na anderhalf uur werden we wakker en we hadden een koude douche nodig om weer een beetje bij te komen. 's Avonds waren we uitgenodigd bij een Bulgaar om wat te komen drinken. Dat werd dus de hele avond. We hoorden over de problemen in Bulgarije, hij wilde naar Australië gaan emigreren. Wat er daarna gebeurd is herinner ik me niet goed mee.

De volgende morgen is het eindelijk echt heet weer, voor het eerst de kappen eraf, dus we kunnen lekker uitwaaien.De hele dag rustig door Bulgarije gereden, mooie wegen. 's Middags lekker gegeten bij een restaurantje bij de weg, ver weg van het toerisme (prijs maaltijd vijf gulden de man). 's Avonds geen camping, dus weer in het wild gekampeerd. Toen we uit ons bivak vertrokken was het weer nog aardig, Herman zei nog: het is al 23 graden, dus koud zullen we het vandaag niet krijgen. Het liep echter anders, het regende bijna de hele dag en op hogere stukken liep de temperatuur terug tot 13 graden. Deze dag kan ook de geschiedenis in als de dag van het misrijden. Doordat we niet het geduld opbrachten, om bij de toch al minimale bewegwijzering, de namen goed te spellen, rijden we keer op keer verkeerd. Dit leverde ons wel weer een prachtig stuk off road op. We probeerden, nadat we verkeerd afgeslagen waren de goede route weer te vinden via kleine weggetjes. Dat lukte dus weer niet en na anderhalf uur door het bos dwalen over kletsnatte zandpaden, zijn we maar weer teruggereden naar de hoofdroute. Door dat gedwaal kwamen we laat in de buurt van de grens. Op de kaart stond een kleine overgang. De wegen die op de kaart stonden klopten echter niet erg. Na een uur zoeken vonden we een soldaat bij een hek tussen Griekenland en Bulgarije, maar daar mochten we niet door. Hij verwees ons naar de grenspost in de hoofdroute. Het was inmiddels al halfacht en we wilden een slaapplaats zoeken. We moesten echter eerst nog twee grote plaatsen door, en daarna gingen we stijl omhoog. Uiteindelijk vele kilometers verder, toen we weer wat afgedaald waren tot ongeveer duizend meter ging Herman een zijpad in. Na een spectaculaire klim kwamen we bij een redelijk vlak plekje waar we ons bivak in konden richten. Bij het eten hebben we gezegd, dat dit wel één van de zwaarste dagen voor de Jeeps was. Het bellen en het noodzakelijke onderhoud is dus weer een dag uitgesteld. Morgen aan de Griekse kust zien we wel verder.

De volgende dag begon met mooi weer, het werd snel warmer en al gauw stond de thermometer tussen de 25 en 30 graden. Het eerste stuk weg dat we rijden heeft zwaar geleden onder de regen van de laatste dagen. Het ligt vol met stenen en op een bepaalde plek is de halve weg ingestort. Het gat is door voorbijgangers met wat takken gemarkeerd. De grens gaat redelijk soepel, we gaan nu tenslotte weer een E.E.G. land in. De wegen zijn een verademing, gladde brede wegen. We konden eindelijk weer eens 80 op de teller rijden. Ik hoorde gelukkig geen rare bijgeluiden bij deze snelheid, alles lijkt nog goed te draaien. Als we bij de kust komen (ik weet niet hoe de zee heet) vinden we al gauw een camping, ongeveer twee kilometer van een toeristisch plaatsje. 's Middags rijden we er nog even heen om inkopen te doen en geld te wisselen, We zien dat het er gezellig uitziet en besluiten er 's avonds ook heen te gaan. Terug op de camping gaan we nog even zwemmen en dan douchen. Daarna lopen we naar het stadje en vinden we een restaurant. Als we net klaar zijn met eten gaat het regenen. Onze tafel staat half onder het afdak, dus we moeten inschikken. We nemen nog maar een extra flesje wijn en daar doen we mee tot de bui over is. Terwijl we teruglopen gaat het alweer regenen en we schuilen bij een barretje op de camping. Het is er gezellig druk en we zitten er wel een paar uur, terwijl het nog steeds regent. Terwijl we daar zitten hoor ik de hardste onweersklap die ik ooit gehoord heb. Herman ziet de bliksem ongeveer 50 meter bij ons vandaan inslaan in een lantaarnpaal op het strand.

De volgende twee dagen rijden we naar Kalambaka, bij de Meteora kloosters. Maar eerst nog een tussenstop aan de kust. De hele avond hoorde je al gerommel en onweerde het in de verte boven de zee. Het zag er heel bijzonder uit en we besloten om maar op het strand te gaan te zitten en naar het natuurverschijnsel te kijken. Het werd steeds heviger en toen het begon te spetteren zijn we onder het afdak van het restaurant gaan zitten, met uitzicht op de Jeeps. Het begon te storten en na ongeveer een uur en drie blikken bier, stond er op het pad ongeveer twintig centimeter water. Ik moest mijn schoenen uitdoen en mijn broek opstropen om naar de Jeeps te lopen. De volgende morgen regende het weer, maar gelukkig stopte het voor het ontbijt. We gingen eerst gas tanken in Thessaloniki. Bij de gas pomp hebben we de verdere route uitgestippeld. Het was inmiddels open rijweer geworden, dus de kappen werden eraf gehaald. Een prachtige dag rijden, met mooie stukken off road , die nu eens niet dood liepen. Aan het eind van de middag begon het er weer dreigend uit te zien, zodat we de kappen er weer opgezet hebben. Het bleef gelukkig bij een paar druppels. Nu zitten we op de camping bij de beroemde Meteora kloosters.

Als je zo dicht bij een bezienswaardigheid zit als wij nu , moet je het natuurlijk gaan bekijken. Dus 's morgens vroeg de kap van Herman's Jeep afgehaald omdat het weer er goed uit zag. Na het ontbijt begon het alleen een beetje bewolkt te worden en ja hoor, na een half uurtje begon te regenen. Het duurde gelukkig niet al te lang (2 biertjes en een souvlaki in het restaurant) en toen kwam de zon er weer twijfelachtig door en konden we vertrekken. We hadden tijdens het eten van een Hollands stel nog de tip gehad om lange broeken mee te nemen, want in korte broek mocht je de kloosters niet in. Het klooster was aardig om even te zien, maar het landschap, met de markante hoge kale rotsen sprak me meer aan. Na één van de kloosters bekeken te hebben zijn we weer teruggegaan en hebben we 's avonds een mooie binnendoor route voor de volgende dag voorbereid..

Op tijd vertrokken, want we hadden gisteren de route al bepaald. De zon schijnt vanaf het begin. Ik heb niet best geslapen. Het lijkt of er een verkoudheid aan zit te komen. Ik lag in ieder geval niet lekker gisteravond. De route begint op mooie wegen, alleen gaan we wel hoog, zodat het zonder kap toch nog fris wordt. Midden op de route zit een onverhard stuk, langs een rivier. Tot onze verbazing halen we op een gegeven moment een belg in met een Nissan Primera met vouwwagen. Hij sprak geen woord Nederlands, maar in het frans vroeg hij wanhopig of wij wisten wanneer het weer asfalt werd. Wij reden verder en hebben foto's gemaakt in de rivierbedding. Later toen de weg weer beter werd, haalde de belg ons weer in. Toen we op het asfalt waren begon het iets te regenen. De weg werd er een beetje nat van en wij wisten uit ervaring dat het dan glad kan worden. De belg misschien niet, of er was een tegenligger door de binnenbocht gekomen, maar in ieder geval stonden de belg en een Griekse golf met hun linker voorhoek in elkaar. We zijn nog gestopt en ik heb nog geprobeerd wat te vertalen toen de politie er was. Dat lukte maar matig, want de belg was helemaal van de kaart, het leek wel of hij in een shocktoestand verkeerde. Toen de politie vroeg of ik meeging naar het bureau om te vertalen heb ik dat afgewimpeld. We zijn weer verder gereden, zoveel mogelijk westelijk omdat de buien boven het vasteland er toch vrij dreigend uitzagen. Nu zitten we op het schiereiland Lekada (Lefkas), het lijkt goed weer te blijven. We zitten op een stampvol campingkje van 80 bij 80 meter. We hebben gedoucht en gaan nu eten in het restaurant. 'S Avonds hebben we het "barzitten" nog moeten onderbreken om de (slaap) Jeeps dicht te maken tegen de regen.

Van Lefkas zin we naar een camping vlak bij Igoumenitsa gereden. We hebben eerst nog een rondje over Lefkas gemaakt en geconstateerd dat het best een leuk eiland is om in een toekomstige vakantie nog eens aan te doen. Gezellige dorpjes met soms een camping er dichtbij. Toen we 's middags op de camping aankwamen zagen we een Nederlandse Harley staan. Later in de bar ontmoetten we de berijder en z'n vriendin. Leuke mensen, ook wel avonturiers. Na het eten hebben we nog tot laat met ze zitten praten. Eerst bij de bar, maar toen die dicht ging ook nog bij de Jeeps.

De volgende morgen vertrokken naar Igoumenitsa. Daar konden we met de pont mee naar zuid Corfu. We moesten dus ook het eiland nog over rijden. In Kerkira (de hoofdstad) wilden we informeren of de overtocht naar Dubrovnik nog bestond. Dat was moeilijk want door 15 augustus (Maria hemelvaart) waren alle boekingskantoortjes dicht. Uiteindelijk kwamen we bij de havenautoriteiten terecht. Die gaven ons weer het nummer van die van Igoumenitsa en na nog een paar keer bellen kwamen we er achter dat we maandagavond uit Igoumenitsa kunnen vertrekken. We hebben nu dus twee volle dagen vakantie op de voor ons bekende camping in Dassia. Het is nu prachtig weer. We hebben voor het eerst de tent opgezet, omdat ze onze Jeeps als camper wilden rekenen als we erin zouden slapen

Na twee heerlijke dagen in Dassia, met heerlijk strandleven en gezellige avonden, gaan we weer verder. We zijn ook nog op de hoogste berg va 914 meter geweest. Herman op de fiets, ik met de Jeep. Op de terugweg daarvan nog een leuk stuk onverhard gereden. We moesten in Igoumenitsa de boot naar Dubrovnik nog bespreken, we wilden dus met de pont van twaalf uur overvaren. Alleen door ietwat slechte route voorbereiding en gebrekkige wegwijzers misten we die net. Hij was ongeveer twee meter van de kant toen we aan kwamen rijden. We moesten toen tot half twee wachten. We kwamen om half drie aan in Igoumenitsa. Na een half uurtje zoeken en vragen vonden we het kantoor van Jadrolinija. Boeken was geen probleem, dat bleek wel op de boot. Je kon toe de klep dichtging in het auto ruim nog wel een race houden zoveel ruimte als er nog was. Op het dek ontmoetten we een andere Nederlander. Tot onze verbazing bleek dat hij naar Bari ging. De boot ging dus via Bari, daar baalden we wel van omdat het dus langer zou gaan duren. Achteraf viel dat nogal mee. 's Avonds hebben we in het (bijna) lege restaurant lekker, maar wel duur, gegeten.

Op de boot weer lekker ontbeten. Het is nu veel drukker omdat er een hoop Italianen zijn opgestapt in Bari. Om halfdrie zijn we aangekomen in Dubrovnik. De douane stelde niet veel voor, zodat we om drie uur weer op weg waren. Eerst nog gas getankt en toen nog zo'n 150 gereden tot we een camping vonden.

Op woensdag de hele dag kustweg gereden, deze kustweg is toch echt de mooiste die ik tot nu toe gezien heb. Heerlijk weer, ongeveer 30 graden. Voor Zadar moesten we even het binnenland in en toen hebben we nog een paar druppels regen gehad, maar dat was meer een aangename verkoeling bij deze temperatuur. Tussen Zadar en Rijeka kun je wel zien dat er vroeger veel Nederlanders kwamen, want zelf de reclames staan er nog in het Nederlands. 's Avonds bij Rijeka naar een camping gezocht die bij het gasstation zou moeten zijn. Niet gevonden dus, uiteindelijk een half uur later in Opatija toch een camping gevonden. We waren gaan slapen met de Jeeps open, maar om halftwee 's nachts werden we gewekt door regendruppels, zodat we de Jeeps alsnog dicht moesten maken. Bij het ontbijt regende het nog, zodat we in de Jeeps moesten gaan zitten. Die dag zijn we naar Lienz in Oostenrijk gereden, veel Files gehad in Slovenië.

Vrijdagmorgen zijn we redelijk op tijd vertrokken uit Lienz. We konden daar nog gas tanken en toen de Grosschlockner op. Het was schitterend helder weer en we zagen de sneeuwtoppen al liggen. Toen kwamen we bij het tol poortje en de prijs viel nogal tegen. VISA of EC kon niet, dus wij balen. Er was daar ook nog een gasthof en ik zei tegen Herman, even daar proberen. En ja hoor, EC accepteerden ze en dus konden we de benodigde 500 schillingen uitschrijven. Toen de berg op. Prachtig !!!. We hebben ons er weer over verbaasd hoe steil het is. Boven alle uitzichtpunten bekeken en toen weer afgedaald. Ook weer onwijs steil. De remschijven van de Jeeps waren beneden helemaal blauw, terwijl we toch in z'n twee afgedaald waren. Boven was het 10 graden, maar beneden werd het snel warmer. Zo deed het voor ons unieke feit zich voor dat we in Duitsland de kap eraf konden halen. Lekker gereden op de Duitse tweebaanswegen, tot vlak bij Wurzburg Daar vonden we een goede camping met een restaurant dat tot elf uur een heerlijke biefstuk serveerde. Het was een zwoele avond dus we konden onder de sterren gaan slapen.

De volgende dag weer open gereden, wel snelweg maar toch heel lekker. Af en toe een buitje, maar als je rijdt blijf je droog. In Nederland is het ook mooi weer zodat we de vakantie nog met een lekker weekend afsluiten.

Het was weer een fantastische reis de Jeeps hebben zich weer prima gehouden, alleen zijn alle schokbrekers aan vervanging toe. De lier had ik onderweg al weer kunnen repareren.

Herman 'CLEOPATRA' en Arjan 'DESPERADO' de Koning.