Het begin van de Jeep CJ World tour.

klik hier om naar deel 2 te gaan.

Na alle voorbereidingen gaat het eindelijk beginnen. Op donderdag 5 mei 2005 moet het gaan gebeuren. Om acht uur 's morgens vertrekken naar Joinville in Frankrijk, om daar het evenement van de Original Jeep Owners club mee te maken. Onze medereizigers Margriet en Wim waren inderdaad om acht uur present, maar wij waren nog niet zo ver. Op woensdagavond hadden we rond middernacht maar besloten om maar te stoppen met de laatste zaken omdat het anders wel een heel kort nachtje zou worden. Margriet en Wim vertrokken dus maar vast richting Frankrijk en wij bleven nog in Waarder om de laatste zaken af te handelen. De laatste spullen uit het huis werden opgeruimd en de jeeps werden ingepakt.

 

 Om één uur 'smiddags konden wij ook vertrekken richting Joinville. Na een voorspoedige reis, zonder files kwamen we om negen uur 'savonds aan op de camping. Bij de ingang kwamen we de rest van de groep al tegen. Iedereen was inmiddels aangekomen en ze hadden net een paar tafels bij het restaurant geregeld. Nadat we de auto's geparkeerd hadden konden we dus direct aanschuiven voor de maaltijd. Tijdens de maaltijd werden een paar leden van de groep naar de briefing gestuurd, zodat we toch nog een beetje op de hoogte van het programma van de komende dagen. We werden zo ingedeeld dat we met onze eigen groep de routes konden rijden, zodat we op een leuke manier afscheid konden nemen van onze jeep vrienden. Na het eten hadden de meesten het aardig gehad voor die dag. Er bleven dus niet veel mensen over voor het biertje bij de tent. We besloten maar geen kampvuur meer te maken en iedereen ging ook vrij vlot naar bed.

De volgende morgen werd er een enorme zak brood gehaald om de 14 hongerige magen te vullen. Daarna werden de roadboeken opgehaald om de eerste route te gaan rijden. We moesten eerst nog naar Joinville rijden om bij het beginpunt van de route te komen. Daar aangekomen kostte het nog wat moeite om het de goede richting te vinden, maar na een half uurtje heen en weer rijden door Joinville waren we toch op weg. Door de regen waren de paadjes lekker glad geworden en was het dus leuk rijden. Herman en ik moesten wel wat rekening houden met de zware belading en de extra hoogte van de auto's, door alle spullen voor onderweg en de daktenten. Maar toch konden we toch nog redelijk meekomen. We moesten af en toe onze bijrijders (toen hadden we die nog) de laaghangende takken opzij laten duwen en enkele zware stukken van de route hebben we maar overgeslagen. Op een gegeven moment kwamen we voor een helling, die voor het oog niet zonder lier te halen was. Arno ging als eerste, met een hoop gas probeerde hij het, maar halverwege moest de lier er toch aan te pas komen. Daarna kwam  Piet, met wat hulp van duwende mede Jeepers kwam hij zonder lieren boven. daarna margriet met de Holland jeep. Ook die kwam niet verder dan halverwege en dan verder met de lier. Toen kwam Wim, met de voet zeer zwaar op het gaspedaal brulde hij naar boven. Zelfs even wachten op Margriet deerde hem niet. Van stilstand af trok hij op de berghelling weer weg en kwam als enige zonder hulp boven. Toen kwamen de wereldreizigers, Herman moest het na enige meters al opgeven en verder lieren. ik probeerde eerst nog een alternatieve route, maar dat werd ook niks, dus ik deed ook de eerste meters en verder met de lier. Toen ik bijna boven was begon mijn lier het op te geven omdat mijn accu leeg was. Ik probeerde mijn wielen nog mee te laten trekken en toen hoorde ik een onheilspellende knak uit mijn vooras. Toen ik verder gelierd werd bleek dat mijn rechter voorwiel geblokkeerd stond. Piet had inmiddels resten van een kruisje onder mijn auto gevonden, dus als dat de enige schade was viel het nogal mee. Het bleek inderdaad dat het rechter kruisje in de vooras gebroken was. Ik had er gelukkig één bij me, zodat we na een uur sleutelen weer verder konden.

 

De volgende zware passages in de route lieten Herman en ik maar links liggen. We wachtten op de anderen, die wel de rode en de zwarte routes gedaan hadden en dronken daarna een biertje. Er moest nog even aan Wim zijn Jeep gesleuteld worden omdat er ergens gas lekte. Na een nieuw kraagje op de gasleiding gemaakt te hebben konden we verder. We stonden daar op een vijfsprong, maar geen van de paden kwam overeen met het routeboek. Na lang zoeken besloten we maar om over de verharde weg naar de camping te rijden. Op de camping werd het onderweg opgepikte hout klein gehakt en aangestoken. Ook de barbecue werd ontstoken, want we hadden nog veel spullen overgehouden van ons afscheidsfeestje een paar weken geleden. Jammer genoeg viel het samen met de barbecue die door de jeepclub georganiseerd werd. Maar het vlees was al anderhalve dag uit de vriezer, dus het moest wel opgemaakt worden. Het vlees van de club barbecue hebben we dus maar rauw opgehaald om voor de volgende avond te bewaren. Aan het eind van de avond kwamen Antoinette en Ron nog langs om ons een goede reis te wensen namens de club. Ze vonden het wel jammer dat we niet bij de barbecue waren, maar konden het wel begrijpen dat we met onze eigen groep nog een paar gezellige avonden wilden beleven. Ze overhandigden nog een koker met euro's die de Jeepers voor ons gevuld hadden. Van de 300 euro die daar inzat hebben we nog een week gas kunnen tanken. Iedereen daarvoor nog hartelijk dank.

 

De tent die we de vorige avond gemaakt hadden van een paar dekzeilen kwam bij het ontbijt goed van pas want het regende weer flink. De zak brood werd weer snel leeg gegeten en daarna konden we weer vertrekken. De route was weer prachtig, en deze dag waren er wat minder moeilijkheden, zodat we de route voor tweederde uit konden rijden. 'sAvonds werd het weer heel gezellig rond het kampvuur en op de barbecue werd het vlees van de vorige avond gebakken. Aan het eind van de avond werden de gesprekken ernstiger, want het afscheid voor langere tijd begon te naderen.

Op zondag werden we gewekt door het geluid van opruimende kampeerders. Piet Wim en Margriet hadden een flinke rit voor de boeg, en moesten dus vroeg vertrekken. Wij en Arno en Leen bleven nog een dagje op de camping. Na het ontbijt zwaaiden we de vertrekkende Jeepers uit. Wij bleven achter op de camping die langzamerhand leegstroomde. Rond de middag waren de meeste Jeeps verdwenen. We werden nog verrast door de bestuurder van de "Iron bitch", die ons een slagmoersleutel op 12 v kwam brengen. dat kan nog wel eens handig zijn onderweg. Wij moesten nog verkassen omdat ons plekje al besproken was voor de volgende gasten en toen kwamen we uit naast Siert, een jeeper die we al jaren kennen. Het was die dag voor de verandering wel mooi weer en zo hadden we een lekkere rustdag. De vuile kleren konden nog in de wasmachine en de droger, zodat we schoon aan de reis konden beginnen. 'sAvonds hebben we samen met Siert nog gezellig bij een vuurtje gezeten. 

Op maandag zijn we toen vertrokken richting Duitsland. Eerst nog door Luxemburg om de benzine tanken te vullen, en toen naar Trier. Daar hebben we op de camping de nacht doorgebracht. De volgende dagen binnendoor door Duitsland en Denemarken gereden. heel apart om duizend kilometer door Duitsland te rijden zonder één meter op de autobahn. Duitsland is dan wel een heel mooi land.

Het noorden wordt wat saai, vlakker en meer landbouwgebieden en dat gaat zo door in Denemarken. In Duitsland konden we nog redelijk gas tanken, maar in Denemarken lukte dat niet meer. Dus moesten de benzine tanken aangesproken worden. Omdat dat toch een stuk duurder is dan gas moest er ergens anders op bespaard worden. Het buiten de deur eten was van nu af dus over. Voortaan werd er overdag in de supermarkt inkopen gedaan en 'savonds een warme maaltijd gekookt. Leen en Arno hielden zich hier meestal mee bezig. Het weer was redelijk, af en toe wat regen, maar ook wel zonnige perioden. De nachten waren wel fris, het gebeurde regelmatig dat 'smorgens de grasvelden wit bevroren waren. Maar zo langzamerhand had iedereen wel zijn tactiek bepaald om warm te blijven tijdens de koude nachten. Zo kwamen we op vrijdag aan in Hirthals, de plaats van waar we over zouden varen naar Noorwegen. We zijn toen eerst naar de haven gereden om de boot te bespreken. De boot van zaterdag 12:30 was al vol dus we moesten de boot van 13:45 nemen. De prijs van de overtocht was wel pittig, ruim 100 euro per auto, maar we hadden niet veel keus dus even later liepen we met de tickets weer naar buiten. We vonden een camping waar nog een plaatsje in de zon hadden en we dronken dus nog een lekker biertje. We hadden een flinke voorraad Deens bier ingeslagen, want in Noorwegen is dat niet te betalen,volgens de boekjes mocht  je niet al te veel meenemen maar we zouden wel zien hoe ze bij de douane daar mee om zouden gaan.

Op zaterdag konden we uitslapen, want we hoefden pas om half één naar de haven. Ik kon op de camping nog even internetten en dus mijn email nog even checken. Er was niets bijzonders bij, dus ook geen slecht nieuws gelukkig. Toen we op de haven aankwamen had de boot een half uur vertraging, dus we moesten nog een tijdje in de rij staan, maar toen de boot eenmaal aankwam ging alles vrij snel en waren we vlug onderweg. het was heel mooi weer, dus als je op het dek een plekje uit de wind kon vinden, kon je heerlijk in de zon zitten. Zo was de vier en half uur snel om en konden we Noorwegen inrijden. De douane vroeg alleen even wat we gingen doen in Noorwegen, en wilde weten hoe mijn navigatie systeem werkte, maar keek verder niet hoeveel drank we bij ons hadden. We konden dus zonder problemen het haventerrein af om een camping te gaan zoeken. We kwamen terecht op de "Cees Verkerk Camping", de camping die eigendom is en van beheerd wordt door Cees Verkerk (voor de jongeren: Cees verkerk was een succesvol schaatser begin jaren 70) . Cees zelf legde ons even snel uit waar de toiletten waren en hoe alles werkte en toen konden we een mooi plekje zoeken in de zon en uit de wind.

 We zouden hier een dag blijven, dus we moesten het wel aangenaam maken voor ons zelf. 'sAvonds werd er door Arno, Leen en herman een heerlijke Hollandse maaltijd gekookt met aardappels, boontjes en een stukje vlees en daarna konden we genieten van de avond, die inmiddels al aardig lang werd, omdat het steeds langer licht blijft hoe noordelijker je komt. Op de zondag hebben we het stadje Kristiansand bekeken, we hebben de 11e eeuwse ? kerk gezien, met daarin een oude runensteen, dat zou een steen met oude inscripties moeten zijn, maar ik vond het gewoon dwarse streepjes. In het centrum vonden we een pin automaat en we vonden langs de autoweg zelfs nog een gaspomp, zodat we de eerste kilometers in Noorwegen nog iets goedkoper konden rijden.

We hadden een route door het zuiden van Noorwegen bepaald die ons zou voeren langs allerlei bezienswaardigheden. De grootste bezienswaardigheid was hier echter de overweldigende natuur. We hadden over het algemeen zonnig weer de eerste dagen dus de uitzichten waren prachtig. als je wat hoger kwam lag er nog veel sneeuw. De route voerde door ontelbare tunnels en af een toe en veerpontje.

Na de eerste dag kwamen we, nadat we eerst nog vastgelopen waren in de sneeuw uit op een camping twintig kilometer ten zuiden van het plaatsje Nora. Er was daar niemand en de deuren van het sanitair huisje waren op slot. We besloten toch maar te blijven, mede omdat ik me niet echt lekker voelde omdat ik de hele dag al last had van krampen in de maag darm streek. het was wel niet ideaal om dan geen WC bij de hand te hebben, maar het bos was groot genoeg. Gelukkig kwam er tijdens het eten koken een beheerder langs met de rekening (viel erg mee) en de sleutel van het toiletgebouw. Toen ik me op een fatsoenlijke manier leeg laten lopen in een verwarmd hok. Dat kwam in de nacht zeer goed van pas, want het was onwijs koud. De aangeleerde tactieken om warm te blijven waren bij de meesten, en bij mij dus ook niet, niet meer toereikend om helemaal warm te blijven. Zeker als je er dan 'snachts ook nog een paar keer uit moet is dat geen pretje. Maar goed aan alles komt een eind, dus ook aan een te koude nacht en de volgende morgen scheen de zon weer. Toen werd het al snel weer enigszins draaglijk. Ik moest van de anderen nog even het bos in om een foto te maken van een aangeknaagde boom (misschien bevers) en toen konden we weer vertrekken.

Het bleek die dag een nationale feestdag te zijn, de derde op rij met Pinksteren erbij, dus onze voorraden begonnen aardig te slinken na drie dagen met gesloten winkels. Bij een pompstation konden we gelukkig nog wat brood kopen zodat we onderweg toch nog een lunch bij elkaar konden krijgen. We hadden die dag gelegenheid genoeg om te stoppen, want we werden een paar keer opgehouden door optochten van enthousiaste Noren in klederdracht, die met Noorse vlaggen liepen te zwaaien ter ere van de dag van de grondwet. In de middag kwamen we op rustigere wegen en toen schoten we beter op. We gingen door verschillende tunnels, tot wel 24 kilometer lang. In die lange tunnel hadden ze zelfs een paar uitwijkruimtes gehouden die ze ingericht hadden als een soort ijs grot. Heel apart en toch wel een aardig gezicht.

 Na de tunnel gingen we rechtsaf omdat er ergens een bijzondere kerk te zien zou zijn. die kerk vonden we wel, het was een mooie oude houten kerk, maar in de reisfolders leek hij op de foto's wel drie keer zo groot als in het echt. Daarna reden we een soort rondje om weer op de oorspronkelijke route uit route uit te komen. Dit werd een prachtige rit door een oneindig sneeuwlandschap, met zelfs nog sneeuwbuien onderweg. Toen we weer dichter naar de kust, in de buurt van de fjorden kwamen, reden we weer lager en dus ook warmer. We kwamen op een grote camping, waar diverse nderlanders en Belgen stonden. Een camping zoals we ze later niet meer wilden hebben. Duur en ongezellig, met afgepaste vakken. de toiletten waren gelukkig wel goed, dat kwam goed uit want mijn maag en darmen waren nog niet helemaal op streek. Tijdens ons avondwandelingetje werden we nog overvallen door een plensbui, gelukkig konden wat boompjes nog enige bescherming bieden. 'sAvonds werd er weer in de tent gekookt en geborreld, bij de behaaglijke warmte van het kooktoestel, zoals het inmiddels al gewoonte was geworden. Buiten zitten bij deze temperaturen was niet te doen.

 

Op woensdag gingen we op weg naar wat de mooiste fjord van west Noorwegen zou moeten zijn. Het kom volgens ons bijna niet mooier worden dan we al gezien hadden, maar je weet maar nooit. We konden eerst weer winkelen want de winkels waren weer open. En natuurlijk tanken, de Jeeps deden het perfect, maar met die grote afstanden hier slurp je er heel wat liters benzine doorheen. Onderweg naar de fjord kwamen we langs een gletsjer, Herman en ik hadden nog nooit een gletsjer van dichtbij gezien, dus dat wilden we niet missen. Er moest wel een flinke wandeling gemaakt worden om erbij te komen, en Jeeps werden op het pad niet toegelaten, maar ik dacht dat mijn iets herstellende lichaam dat inmiddels wel weer aankon. Het ging allemaal goed en het was zeker de moeite waard. Je kon tot onder aan de gletsjer lopen en alles zag er prachtig uit. Toen we terug bij de Jeeps waren was de middag al een eind op weg.

 

De fjord gingen we niet meer halen, dus we hebben we maar weer een camping gezocht. deze keer wel weer een kleine camping zonder andere bezoekers. De beheerster kwam 'savonds weer even langs om het geld te innen en ging direct de hele camping in orde maken voor het nieuwe seizoen. We zaten daar nog even lekker in de zon, die inmiddels wel tot elf uur 'savonds bleef schijnen. na achten werd het toch te koud om buiten te blijven zitten, zodat de maaltijd en de borrel weer binnen in de tent gebeurden. In de nacht viel er nog een flinke regenbui, maar na inspectie bleek dat onze daktenten keurig waterdicht bleven, ook als er spullen tegen het doek aan lagen. dat gaf dus weer wat meer vertrouwen voor de toekomst.

 

Toen we de volgende morgen weer vertrokken richting de mooie fjord werden we al snel tegengehouden door een slagboom voor een afgesloten bergpas. Er was die nacht daar kennelijk teveel sneeuw gevallen. Omrijden was geen optie, want dat zou een paar honderd kilometer om zijn. we besloten dus maar om direct richting Zweden te rijden via de kortste route. We kwamen zelfs nog over een stuk onverharde weg, wat ook wel weer eens leuk was na 3000 kilometer asfalt. In die 3000 kilometer zat ook nog een mijlpaal voor mij, want de kilometer teller was voor de derde keer de klok rond sinds ik met mijn Jeep rij. De afstand naar Zweden was toch nog flink, en we wilden eigenlijk geen Noorse kronen meer pinnen, dus we moesten het doen met de brandstof die we nog hadden. Dat ging net, met de laatste druppels uit de reservetank en de jerrycans haalden we net de eerste grotere plaats in zweden. Daar was een goede camping, met een enthousiaste beheerder die ons haarfijn kon uitleggen waar de pinautomaat, de supermarkt en de benzinepomp waren. Met een goed gevoel konden we dus weer van een koude avond gaan genieten.

Het rijden door Zweden is zeer relaxed, vrij rechte tweebaans wegen met nauwelijks verkeer. Langs de weg bomen, bomen en nog eens bomen. Af en toe een meertje en de stadjes, die eigenlijk de naam stad niet waardig zijn, zijn uitgestrekte vlaktes met hier en daar een huisje. Het weer was redelijk en ondanks het rustige tempo wat we reden schoten we lekker op. regelmatig werden we verrast door voor ons overstekende rendieren, zeer onvoorspelbare beesten, die steeds net voor je auto de weg op rennen. Gelukkig is het nog steeds goed gegaan.

  

Net over de poolcirkel in het plaatsje Jokkmokk beloten we een zondagje rust te nemen. Op de camping daar ontmoetten we ook de eerste mede reizigers. een ouder Zwitsers stel in een camper en een Nederlandse motorrijder. Een echte motorrij freak, die in twee weken heen en weer aan het rijden was van Nederland naar de Noordkaap. Hij was net een week onderweg, maar hij was al op de terugweg. Op de rustdag deed iedereen de dingetjes die nodig waren. Arno sleutelde aan zijn Jeep, die de laatste dagen moeite had met bergop rijden, Leen wandelde en probeerde de was te doen, Herman repareerde zijn fiets en zijn spijkerbroek en ik maakte de eerste update voor de internet site. Morgen weer verder naar de Noordkaap. Volgens de motorrijder nog veel sneeuw tegemoet. 

Sorry dat het zo lang geduurd heeft voordat deel 2 er op stond, op één of andere manier is er hier bijna geen publieke internet computer te vinden. Waarschijnlijk omdat iedereen er één thuis heeft. Maar hier is dan toch deel 2.

 

In de avond maakten we een vuurtje aan de waterkant en genoten van de prachtige kleuren van de ondergaande zon. De zon ging daar ongeveer11 uur 'savonds onder. Het werd al niet meer donker in de nacht. 

Vanuit Jokkmokk vertrokken we de volgende morgen weer in noordelijke richting. Het beeld was weer hetzelfde, rustige wegen met bomen er langs en af en toe een meertje. Ook de rendieren waren weer present. We kwamen op het einde van de dag uit bij de Zweeds Finse grens. Het was flink koud geworden, dus we hadden besloten om eens te vragen wat een hutje kostte. Dat bleek mee te vallen en zo zaten we even later lekker binnen bij de kachel aan een biertje.

 

In het keukentje werd de maaltijd bereid en alle apparaten konden weer eens goed opgeladen worden met voldoende stopcontacten aanwezig. In de avond nog even naar Finland gelopen, om te kijken wat de benzine daar kostte. Het bleek nog wel de moeite om eerst in Zweden te gaan tanken. de zon bleef in de nacht nog net niet boven de horizon. Hij was ongeveer een uurtje niet te zien. Ik kon dat goed controleren, want als je met z'n vieren in een klein hutje ligt te slapen wordt je nog wel eens wakker 'snachts.

We tankten nog in Zweden en gingen toen door een stukje Finland weer naar Noorwegen. We overnachtten nog een keertje in het plaatsje Alta, het regende daar de hele avond. De volgende morgen ging de zon gelukkig weer schijnen. De laatste paar honderd kilometer zouden we de gebruikelijke Noordkaap route rijden, langs de noordelijke fjorden.  Om van de ene fjord naar de andere te komen moest je vaak een heuvel over. Als je wat hoger kwam kwam je op enorme sneeuwvlaktes waar een ijzig koude wind waaide.

 Uitgerekend op zo'n punt begon mijn Jeep weer te stotteren. Waarschijnlijk door de vervuilde Jerrycans was er vuil in de tanken van mijn Jeep en die van herman terecht gekomen. Het filter in de tank even de andere kant op doorblazen met perslucht hielp dan weer voor een poosje. Dat moest dus daar boven in de ijzige kou ook weer gebeuren. Het duurde daarna nog ongeveer een half uur voordat mijn handen weer op temperatuur waren. Langs de fjorden reed je door het woeste landschap dat vol liep met rendieren. Om op het eilandje te komen waar de Noordkaap ligt moesten we nog door een tunnel. daarna gingen we weer omhoog om tussen de sneeuw velden door bij de noordkaap uit te komen. Na bij de kassa een pittige toegangsprijs betaald te hebben voor de  laatste paar meter waren we eindelijk bij het monument, een soort opengewerkte wereldbol.

 

Ook hier blies, ondanks het mooie heldere weer, een ijskoude storm je bijna omver. Na het schieten van de verplichte fotootjes, gingen we dus maar snel  het gebouw met de informatie en de souvenir winkeltjes weer in. Nadat Leen een tas vol souvenirs voor zijn gezin gekocht had, en wij ook nog een stickertje voor op de auto's, bekeken we in een soort imax bioscoop  nog een presentatiefilm over de Noordkaap. Heel mooi gefilmd, alsof je in een helikopter zat. Daarna nog een rondje langs de kleine museumpjes die in het gebouw zaten en toen hadden we het wel gezien.

 

We besloten de middernachtzon maar vanaf een camping te bekijken. We gingen naar de camping die het dichtste bij de Noordkaap lag. Het was volgens het bord de meest noordelijke camping ter wereld. Op de vraag door de bak of we "bikkels" of  "mietjes" waren, wat betekende kamperen met de tent of een hutje, werd door Leen al snel geantwoord dat hij geen bikkel was. Het bleek alleen dat de beheerder er nog niet was. We konden dus nog geen hutje betrekken en we besloten dus toch maar de tent op te zetten. Met de Jeeps er omheen als windscherm lukte dat net. 'sAvonds kwam de beheerder en Herman en ik gingen betalen. Het kostte 325 kronen. Toen we terugkwamen van de wandeling vertelde leen dat hij de camping al betaald had. Bij hem kostte het 175 kronen. We zijn maar even bij de beheerder uitleg gaan vragen. Bij ons had hij drie tenten gerekend en bij Leen maar één. Dit misverstand was dus opgelost en we kregen de 325 kronen terug. Hij bleef niet lang dus we konden niet van de kantine gebruik maken, maar hij liet de verwarmde keuken annex eetruimte open, zodat we 'savonds lekker warm konden zitten. Het was nog steeds mooi helder weer, dus we zouden de middernachtzon moeten kunnen zien. We moesten dan wel even een heuvel beklimmen, maar dat was goed te doen. We zijn  drie keer de heuvel opgeklommen, om half elf, om twaalf uur en om één uur.

We hebben gezien dat de zon de hele nacht boven de horizon bleef. Dat is toch wel een heel aparte gewaarwording. Na de derde wandeling nog een borrel en toen nog een lekkere nacht slapen, gelukkig weer in mijn tentje, dat slaapt toch lekkerder dan in een stapelbed in een hutje.

Vanaf de Noordkaap via een mooie route richting Finland, door een woest gebied met bevroren meren en besneeuwde bergen. Bij de Finse grens een Camping gezocht, we konden eindelijk weer eens met euro's betalen. De camping was eigenlijk nog niet open, maar we konden toch gaan staan. Het sanitair was zo te zien nog nooit gebruikt en dus nog perfect in orde. Toen we net stonden begon het te regenen en dat hield niet meer op. Ook de volgende morgen regende het nog tijdens het opruimen. Tijdens het rijden bleef het de hele tijd regenen. De rivieren waar we langs reden waren opgezwollen tot kolkende watermassa's. Hier en daar stroomde het water ook over de weg heen.

Ik had op de kaart kleine weggetjes gezocht, zodat we al snel op onverharde wegen terechtkwamen. Na zo'n honderd kilometer, toen we bijna weer bij de verharde weg kwamen, was de weg echt onder gelopen. Het was te diep om er door heen te rijden. Er waren twee mogelijkheden, terugrijden of wachten tot het water zou zakken. we kozen een tussenvorm. We zouden één nacht blijven staan en dan de volgende morgen kijken of we verder konden of terug moesten. We zochten een vlak plekje in het bos voor de eerste wild kampeer nacht van deze vakantie. We stonden in een stuk bos waar de rendieren bij elkaar gedreven voor het merken en voor de slacht. Er lagen hele stapels rendieren huiden. Het was waarschijnlijk de tijd niet, want er was nu geen rendier te zien. We zette onze tenten op en maakten snel een kampvuurtje. Hiervoor werd door Herman, Leen en Arno op professionele wijze een complete boom platgelegd. Het vuur was hard nodig, want het was nog steeds erg koud en het regende ook nog af en toe. In de avond ben ik nog een paar keer naar de rivier gaan kijken, maar het water zakte nog niet. Het zou dus de volgende dag wel terugrijden worden. De avond ging snel om, aan het einde van de avond was het vuur lekker hoog opgestookt, zodat we allemaal lekker warm de slaapzak in konden.

De volgende morgen was het water inderdaad nog steeds niet gezakt. We moesten dus terug gaan rijden. Na een omweg van ruim 200 kilometer zijn we nog even bij de andere kant van de rivier gaan kijken. Arno is er nog een stukje in gereden, maar al snel zat hij tot zijn sidebars in het water en het werd nog steeds dieper. Dat werd dus in zijn achteruit en weer terug. We gingen naar de camping, die we eigenlijk voor de dag daarvoor gepland hadden. Het was een camping langs de hoofdroute naar de Noordkaap, daarom stonden er een hoop Nederlandse en Duitse caravans. We hoorden dat er op de hoofdroutes ook problemen waren met het hoge water. 'sAvonds wandelden we door de ijzig koude wind nog naar het dorpje om te kijken wat de benzine kostte en hoe laat het Lapland museum open ging wat daar in het dorp was. Het was in de avond weer regenachtig dus het werd weer binnen zitten met de kachel aan. Het lapland museum de volgende morgen was heel interessant. Vooral de tentoonstelling van de natuur in de verschillende jaargetijden was mooi. Ook werden er nog een paar fraaie films gedraaid over het Inari meer, waar we aan stonden en het noorderlicht. Na ons museumbezoek tankten we de Jeeps weer vol voor een nieuwe etappe. Weer veel mooie verharde en onverharde routes.

 We zagen onze lang verwachte eerste eland, helaas rende hij net weg toen ik mijn fototoestel klaar had, zodat ik alleen zijn kont kon fotograferen. Het bleek wel dat het hoge water niet alleen ons parten speelde. We kwamen diverse keren over wegen die ondergelopen waren en dan een beetje opgehoogd met puin. Ook diverse dorpen stonden onder water.

'sAvonds vonden we weer een mooi kampeerplekje in het bos en het leek zelfs even aardig weer te worden. Toen we het kampvuurtje net brandend hadden begon het alweer te regenen. Er werd een afdakje gemaakt zodat we toch nog droog bij het vuurtje konden zitten. Zo kwamen we de avond weer door met weer een koude nacht voor de boeg. Die nacht sneeuwde het zelfs. Ik heb het zelf niet gezien, maar het landschap werd zelfs even wit. De volgende morgen vertrokken we voor een korte etappe naar Rovaniemi, de hoofdstad van Lapland.

We bezochten nog even de gebouwen aan de poolcirkel, waar ook de kerstman zij residentie heeft en toen gingen we naar de camping. Best wel een mooie camping aan de rivier, maar er waaide weer een ijzig koude wind. herman en ik besloten om een middagje in de stad door te brengen. We moesten wat boodschappen doen en een internet computer zoeken. Bij de Tourist information  werden we doorverwezen naar de bibliotheek, waar we gratis een uur van een internet computer gebruik konden maken. Zo konden we de berichten van het thuisfront even lezen, en de financiën weer even  op orde brengen. Het geld gaat wel heel snel op in deze dure landen. Als we eenmaal in Rusland zijn zullen we het eerst een poosje zuinig aan moeten doen om dat weer recht te trekken. Toen we terugkwamen bij de tent had Leen een advertentie gevonden van een zaak waar je voor acht euro zoveel pizza kon eten als je wilde. We hadden deze week onze uit eten beurt nog niet gebruikt, dus we besloten om nog maar een keer naar de stad te lopen voor de avondmaaltijd. Het eten was nog lekker ook en behalve pizza was er ook nog allerlei ander Italiaans eten zodat we allemaal weer met een goed gevulde maag weer buiten stonden. Op de camping genoten we aan de rivier nog even van de zon die nu weer net een uurtje achter de horizon verdween. 

    Met de routeplanner had ik voor de volgende dagen een route gezocht over kleine weggetjes. Vaak zijn deze weggetjes nog onverhard en heel mooi om te rijden. Soms zijn ze echter ook heel slecht vol met bulten en kuilen. Het weer was weer wat beter, zodat we tussen de middag weer lekker in het zonnetje konden lunchen. Meestal was dat op hele fraaie plekjes langs de route. Voor mijn werk was ik vaker in deze buurt geweest en ik vond het wel leuk om aan de anderen de fabriek van Pentik keramiek te laten zien, waar ik gewerkt had. Eerst keken we in de winkel van pentik en daar kwam ik de eigenaar en zijn vrouw al tegen. Ze vertelde dat we zeker even in het museum moesten gaan kijken en de fabriek mochten we ook zien. Het bleek dat ze een leuk museumpje samengesteld hadden, voornamelijk met keramiek, maar ook met oude Finse gebruiksvoorwerpen.

Na dat uitgebreid bekeken te hebben gingen we ook nog even in de fabriek kijken. Helaas waren we laat in de middag, zodat een hoop afdelingen die alleen in de ochtend werkten al stil lagen. Na nog even wat bekenden de gedag gezegd te hebben en gehoord te hebben dat 'onze' machines goed draaiden vertrokken we weer. Na nog een paar uur onverharde weggetjes vonden we een prachtige kampeerplek aan het meer. We zagen in de avond de zon prachtig onder gaan boven het spiegelgladde meer. Ik dacht dat het zo noordelijk nog niet zo lang zou duren voordat de zon weer opkwam. Dat duurde toch nog tot drie uur, zodat ik de zonsopkomst vanuit mijn slaapzak bekeken heb.

 De volgende dagen was het meer wat minder, veel bewolking en regen en de temperaturen waren ook niet om over naar huis te schrijven. Het beste wat je met dit soort weer kunt doen is rijden. Dat deden we dus ook, over kleine wegen met veel onverhard, door overweldigend mooie natuur. Met het wild spotten wilde het nog niet erg lukken, nog één keer een eland en af en toe een stel rendieren hield het wel mee op. We besloten dus maar een dagje te blijven staan in het stadje Ahtari, daar was een wildpark of dierentuin waar je alle dieren kon zien die in Finland in het wild voorkomen. Dan zouden we in ieder geval nog het één en ander op de foto kunnen zetten. We kwamen uit op een leuke goedkope camping, met een goede overdekte kookruimte, wat ook wel belangrijk was met deze weersomstandigheden. De volgende dag was het in de middag droog, zodat we de dierentuin konden bezoeken. Het was een leuk opgezet park, waar de dieren redelijk in hun natuurlijke omgeving te zien waren. Aan het eind van de middag, met alle kaarten van de fototoestellen vol keerden we terug naar de camping. Tijdens de avondwandeling werd Leen nog aangevallen door een agressieve uil in het bos. Een tweede poging om het beest in de aanval te laten gaan, met een camera in de buurt mislukte.

Van Ahtari gingen we via Rauma, een plaats aan de kust. In Rauma verregende de avond ook weer, dus het werd weer koken in de overdekte kookruimte. De volgende dag naar Helsinki verwachtten we een minder interessante dag rijden, in het dichter bevolkte zuiden van Finland. Het liep echter anders, in het zuiden van Finland deed mijn nieuwe routeplanner het weer, waar alle wegen en dus ook de kleine onverharde, weer exact op stonden. Zo konden we een prachtige rally etappe rijden over kilometers gravelpaden en kleinere offroad paadjes. Ik gaf via de bak de 'pace notes' door aan Herman die voorop reed. Dat ging niet altijd goed, dus er werd wel eens een afslag voorbij gereden. Bij een keer manoeuvre ging het een keer fout. Door het slechte uitzicht naar achteren schatte Herman een opritje iets verkeerd in, met als resultaat een zeer aparte manier van parkeren naast de weg, waarna de lier nodig was om weer op de weg te komen.

 'sAvonds kwamen we aan op de stadscamping van Helsinki, daar zouden we de voetbalwedstrijd Finland - Nederland gaan bezoeken. We gingen naar de camping die het dichtste bij het centrum van Helsinki ligt. Voor de tent kampeerders was er een heel mooi veld, veel mooier als de betonnen paden voor de campers. De volgende dag kwamen broer Jacob en zijn vrouw Marjan ook aan met hun campertje. Die kwamen ook op het tentenveld bij ons staan.

 

Ze kwamen voor de voetbalwedstrijd tegen Finland, maar ze hadden ook nog wat na bestelde spullen voor ons meegebracht. Er kwamen een paar dozen tevoorschijn, één met Hollandse spullen zoals koffie en dergelijke en één van B&S met reserve onderdelen die we vergeten waren. We waren mooi gered op deze manier. Het was prachtig weer, dus we konden eindelijk een paar dagen van de zon genieten. Het resultaat van de wedstrijd was ook prima, 4 - 0 voor Nederland.

 

 Op donderdag, de dag na de wedstrijd vertrokken Leen en Arno richting Estland, dat was dus afscheid nemen na vijf prachtige weken. Het leed werd nog iets verzacht, want Jacob en Marjan bleven nog een dagje langer in Helsinki, zodat we lekker met zijn vieren nog een dagje van de leuke stad en het mooie weer konden genieten. Op vrijdag moesten Jacob en Marjan om tien uur al varen en dus al vroeg naar de stad. Dat kwam goed uit, want wij moesten naar de Russische ambassade voor onze visa. Die ging om negen uur open en dan wilden we al voor het hek staan. Om kwart voor negen waren we er en er stonden ongeveer 10 wachtenden voor ons. Om negen uur ging het hek open en werden er een paar binnengelaten. Wij mochten om kwart over negen naar binnen. We werden daar prettig geholpen en om tien uur stonden we weer buiten, met de toezegging dat maandag over een week (20 juni) de paspoorten weer terug zouden zijn, als we voor die tijd de nodige Euro's overgemaakt zouden hebben. Dat hebben we toen direct maar in de stad geregeld en hopen er verder het beste van. We moeten dus wel ruim een week wachten.

 

We zijn nu naar een andere camping bij Helsinki gegaan en hier gaan we de Jeeps een flinke onderhoudsbeurt geven. Het volgende deel van het verslag probeer ik er op te zetten als we onze eerste Russische ervaringen achter de rug hebben.