WK voetbal in Zuid-Afrika.

Deze maand van onze reis stond in het teken van het wereldkampioenschap voetbal. We hebben het toernooi in Zuid-Afrika goed kunnen volgen in de diverse pubs en sport bars over het land verspreid. Zuid-Afrika is een geweldig land om een mooie kampeervakantie te houden. Dat is goed om te weten voor over vier jaar, als het WK voetbal in Zuid-Afrika gehouden wordt. In de weekenden lopen zelfs in de winter de campings vol, 's.avonds zit iedereen te braaien of bij een kampvuurtje  De mensen zijn aardig en belangstellen en het lijkt of het nationale motto onder de Zuid-Afrikanen is: genieten maar! Als je de Zuid-Afrikanen spreekt eindigt elk gesprek steevast met: Enjoy it, of in het Afrikaans: Geniet.

Op vrijdag, de dag dat het wereldkampioenschap voetbal begon`zaten we in Oudtshoorn, we deden het lekker rustig aan, ik werkte aan het internet verslag en Herman deed wat klusjes in en om zijn Jeep. ’s Middags liepen we naar de stad om Euro’s te wisselen, maar de banken waren op vrijdagmiddag al vroeg dicht. We liepen dus onverrichter zake maar weer terug naar de camping. Daar kookte Herman een maaltje en daarna liepen we weer de stad in om de openingswedstrijd te kijken. In een cafeetje dichtbij de camping vonden we een televisie waar voetbal aan stond. Nadat de eerste helft afgelopen was werd de televisie over gezet naar een rugby wedstrijd. Gelukkig waren er nog een paar voetbalfans in de zaak en was de rugby wedstrijd niet belangrijk, dus na een poosje debatteren konden we verder kijken hoe Duitsland de eerste wedstrijd van het WK won. De tweede wedstrijd van de avond keken we in een andere pub, waar een kachel was en meerdere schermen. Op zaterdag moesten we toch echt eerst naar de bank om geld te wisselen, gelukkig waren tot elf uur  de banken open. We deden ook nog even wat boodschappen, zodat we een paar dagen verse groenten en vers vlees konden eten. Toen we terug waren bij de tent begonnen we aan ons volgende klusje. We wilden proberen om de band die we eigenlijk al afgeschreven hadden, toch te repareren. Met behulp van mijn Jeep reden we de band van de velg af, wat deze keer in één keer zonder problemen lukte. Toen we de band van de velg hadden zagen we het gat van binnen uit. Het zag er slechter uit dan we gedacht hadden, maar met drie plakkers dachten we het gat te kunnen dichten en na een uurtje werken zat de band weer op de velg en konden we hem weer oppompen.

 Het was inmiddels weer tijd geworden voor de volgende voetbalwedstrijd. We wandelden de twee kilometer naar het centrum weer en gingen deze keer naar de grootste pub met het mooiste scherm. Helaas was er nu een rugby wedstrijd van het Zuid-Afrikaanse team aan de gang, dus alle TV’s in de stad stonden op rugby. We liepen dus maar weer terug naar de camping en namen daar maar een biertje in de zon. Na de maaltijd liepen we voor de derde keer naar de stad om de avondwedstrijd te kijken. Deze keer was er geen rugby en nu konden we wel lekker voetbal kijken. Na de wedstrijd wandelden we weer terug naar de camping, maar eerst maakten we bij de pub met het mooiste TV scherm een afspraak voor zondagmiddag, want dan moest Nederland spelen. Dan wilde we in ieder geval goed beeld hebben. De volgende morgen monteerde Herman de geplakte band, die goed hard gebleven was, weer onder zijn Jeep. Ik maakte het internet verslag af en toen was het tijd om de Oranje kleren aan te trekken en het laatste biertje bij de Jeeps te nemen. We SMS-ten met thuis en met broer Jacob, die inmiddels in Duitsland in het stadion zat en daarna liepen we in ons Oranje kloffie naar de pub. Bij de pub werden direct toen we binnen kwamen de TV’s op voetbal gezet. We konden samen met de Afrikanen en zelfs nog twee Nederlandse dames zien, hoe Nederland door een doelpunt van Arjen Robben met één - nul van Servië-Montenegro won. Met een lekker gevoel dat de eerste punten binnen waren liepen we na nog een paar SMS-jes met Leipzig weer terug naar de camping. De rest van de avond bleven we op de camping om op de wereldomroep de commentaren op de eerste wedstrijd van Nederland te horen. We  hadden wel een vuurtje, maar  het was toch erg fris, dus we gingen toch weer op tijd naar bed. Maandag reden we een korte etappe. Het was weer een mooie rit naar Ladismith, de eerste plaats waar we een kleine camping vonden.

We liepen daar nog een rondje om weer een pub te vinden waar we ’s avonds voetbal konden kijken, maar we vonden niets. De lucht was erg dreigend, maar het bleef gelukkig de hele avond droog en door de bewolking bleef de temperatuur veel aangenamer als de vorige avonden. We konden dus lekker bij de Jeeps zitten en op de radio konden we af en toe nog wat resultaten van het WK in Duitsland horen. Op dinsdag reden we een etappe in de richting van het zuidelijkste puntje van Afrika. Het eerste deel over asfalt en het laatste deel over gravelwegen. Onderweg kwamen we voor een riviertje. Er lag een klein veerpontje in, vanaf de overkant leek het zo klein dat er maar één auto op zou kunnen. Er kwam een auto achter ons staan en we wilden hem voor laten gaan, maar volgens de bestuurder konden er wel drie auto's op dus dat was niet nodig. Toen het pontje naar onze kant van de rivier kwam zagen we dat er inderdaad wel drie auto's op konden. We vonden het alleen wel vreemd dat we helemaal geen motor hoorden. Toen we eenmaal aan boord waren merkten we dat het bootje helemaal geen motor had. Het werd aangedreven door twee mannen die een ketting om de kabel die over het water gespannen was sloegen en daarmee de boot stukje voor stukje naar de overkant trokken.

Aan de overkant ging het weer verder over de gravelwegen. Herman wist de plekjes wel te vinden, want hij reed weer een band lek. Weer was het lek te groot om te repareren met een touwtje, dus we wisselden het wiel maar weer. In Bredasedorp vonden we een camping, het was nog vrij vroeg in de middag dus we begonnen maar weer met het repareren van de band. We werden steeds handiger in het los rijden van de band met behulp van een Jeep, dus in een mum van tijd hadden we de band er weer af en konden we gaan plakken. Het was een vreemd lek, want op de plaats waar de band aan de buitenkant lekte was aan de binnenkant niets te zien. Twintig centimeter verder zat een oude reparatie, dus we vermoedden dat het daarvandaan lekte. We hebben dus op het oude lek maar een plakker gedaan in de hoop dat het probleem daarmee opgelost was. We duwden de band weer op de velg en pompten hem op en hij was inderdaad weer dicht.

 ’s Avonds zochten we weer een televisie op om voetbal te kijken, helaas ging het restaurant al om tien uur dicht, zodat we alleen de eerste helft van Kroatië  tegen Brazilië konden zien. Toen we terug liepen regende het, we zijn op de camping dus maar niet meer gaan zitten en weer op tijd naar bed gegaan. De volgende morgen was het nog wel bewolkt, maar wel redelijk droog. We gingen op weg naar het ”eindpunt” van onze reis. Cape Agulhas, het meest zuidelijke punt van Afrika. Het was maar 40 kilometer over asfaltweg, dus we waren er al snel. Het stelde als attractie niet veel voor, maar het had voor ons wel een grote symbolische waarde. Ruim een jaar eerder waren we bij het noordelijkste puntje van Europa en nu, in dezelfde reis bij het zuidelijkste puntje van Afrika. Het was ook het verste wat we ooit van huis geweest waren, 9739 kilometer en de kans is ook groot dat we nooit verder van huis zullen komen. Als laatste natuurlijk dat we vanaf dat moment weer terug gingen rijden richting huis. Het zou nog wel een half jaartje duren, maar de terugreis was begonnen.

Na even rondkijken en nog wat rommelen aan de benzine toevoer van Herman’s jeep, want hij wilde weer slecht bergop, gingen we weer. We wilden langs de kust rijden richting kaapstad. Al snel werden het weer gravelwegen en met de regen van de laatste nacht waren onze Jeeps binnen een mum van tijd van onder tot boven modderbruin. Aan het einde van de middag kwamen we aan in het plaatsje Hermanus. We hadden in de boeken gezien dat er een hoop verblijf mogelijkheden waren. We dachten er dus ook wel een camping te vinden, maar dat viel nog tegen. Na een paar keer heen en weer rijden toch de toerist info maar opgezocht om te vragen of er een camping was. Er was wel een camping, maar die lag in een voorstadje van de plaats. Wij baalden daar wel van, want dan zouden we ver weg zitten van alle sport cafés die we in het centrum gezien hadden en op vrijdag moest Nederland weer voetballen. We gingen toch maar naar de camping toe en toen we er bijna waren, op ongeveer 50 meter van de ingang stond er bij een restaurant een groot bord buiten met aankondigingen van alle wedstrijden die dag. Een dikke meevaller dus, we zaten toch op loop afstand van een televisie.

De receptie van de camping was eigenlijk al dicht, maar we kregen toch nog snel een sleutel voor de poort en het sanitair in onze handen gedrukt en we konden een plekje zoeken. Er waren hele mooie ruime plekken tussen de bomen met een eigen kampvuur plaats. ’s Avonds gingen we bij het restaurantje voetbal kijken en we waren van harte welkom om zoveel wedstrijden te komen kijken als we wilden. Alles zag er dus prima uit. De volgende morgen scheen de zon weer en alles droogde snel weer op. We hoorden van de andere gasten op de camping dat er mooi weer voorspeld werd tot en met het weekeinde, dus we besloten in ieder geval maar tot zondag te blijven. De prijs viel ook nog mee, 60 rand (€ 7,50) per nacht. We begonnen met het wassen van de Jeeps. Het is op zich niet zo’n probleem dat ze vies zijn, maar je moet er zo vaak in of op zijn om iets te pakken of bij de tent te komen dat je binnen de kortste keren zelf ook helemaal onder de modder zit. Het was een flinke klus, dus de dag was al een eind op weg toen we klaar waren. De zon ging om vijf uur achter de bergen dus om zes uur was het alweer donker. Na het eten zijn we weer naar de pub gegaan om de wedstrijd Engeland tegen Trinidad (met als coach Leo Beenhakker) te kijken. Na die wedstrijd zijn we terug gelopen naar de camping en we hebben de volgende wedstrijd op de radio bij het kampvuur geluisterd. Op vrijdag was het de dag van de tweede wedstrijd van Nederland. De wedstrijd was om zes uur, maar als opwarmertje was er ’s middags om drie uur de wedstrijd Argentinië tegen Servië-Montenegro. We zaten dus om drie uur alweer met oranje kleren aan in de pub voor de televisie. Argentinië speelde goed en won met zes nul, een indrukwekkende prestatie. Tijdens de voorbeschouwing van de wedstrijd van Nederland kwam er nog iemand in een oranje shirt binnen.

Het was een Nederlander die in Zuid-Afrika woonde. We raakten natuurlijk aan de praat en behalve van voetbal hield hij ook van reizen en auto’s. Hij was in de 70er jaren ook met de auto naar India geweest. Hij had ook diverse keren meegedaan aan ”The roof of Africa Rally”, die ook door Lesotho gaat en hij had geholpen bij organisatie de enige keer dat de Parijs Dakar rally ook door Zuid-Afrika kwam. We hadden dus buiten het voetbal ook een hoop om over te praten. Het resultaat van de wedstrijd was ook nog goed, Nederland won met 2-1 van Ivoorkust, dus het werd een hele gezellige avond. Een paar uur later dan we gepland hadden gingen we terug naar de camping. We hadden nog niet gegeten, want we hadden alles ingekocht om lekker te barbecuen na de wedstrijd. Ondanks dat het al laat was hebben we toch de barbecue nog maar aangemaakt en nog een paar uurtjes lekker zitten bakken en braden. Op zaterdag waren we niet zo vroeg uit bed en na het ontbijt hadden we niet zoveel zin om nog wat te gaan klussen op de camping. Ik heb toen mijn tentje maar ingeklapt en we zijn met mijn auto naar het centrum gereden. We hadden daar internet cafés gezien en mijn accu kon ook weer een beetje stroom gebruiken. Deze keer deed mijn webmail het ook weer, dus na een paar uurtjes lekker internetten, waren we weer op de hoogte van de familie aangelegenheden, het nieuws en de stand van de bankrekeningen. We deden nog wat boodschappen en gingen weer terug naar de camping. We hadden nog heel wat spullen over van de barbecue de vorige avond, dus we staken het vuur weer aan en zaten nog een tijdje lekker te braaien.

 Tijdens het eten kwam onze vriend van de vorige avond nog even bij de Jeeps kijken. Hij vond het allemaal prachtig en hij zei dat er allerlei herinneringen bij hem boven kwamen. Hij had een elektrische benzinepomp voor ons bij zich, een van de dingen die hij zich herinnerde was dat hij daar vroeger veel aan gehad had toen zijn benzine pomp kapot was. Ik kon beamen dat een extra reserve benzinepomp heel handig kan zijn, dus we aanvaardden zijn cadeau graag. Hij wenste ons een goed reis verder en vertrok weer. Wij gingen om negen uur weer een voetbalwedstrijd kijken, toen we terugkwamen stookten we het vuurtje nog weer even op voordat we naar bed gingen. Zondag was het nog steeds mooi weer en ondanks dat de camping maar honderd meter van de kust lag waren we nog niet bij de zee geweest. Na het ontbijt, wat zoals gewoonlijk weer vaak werd onderbroken door wandelaars die van alles wilden weten over onze reis, wandelden we dus met een thermoskan koffie en een paar blikjes bier richting het strand. Volgens de boekjes moest je van juni tot november in de baai walvissen kunnen zien, omdat die in de baai kwamen kalven. We hebben een paar uur naar het water zitten turen, maar we hebben geen walvis kunnen ontdekken. Wel zaten er allerlei vogels en waren er veel aan het surfen, dus het was toch wel leuk om naar te kijken.

 Na de maaltijd met aardappels bonen en gehaktballen, echt zondag dus, weer naar de pub voor een wedstrijd van Brazilië. Toen we na de wedstrijd weer buiten kwamen was het veel minder koud als de voorgaande avonden. Het was bewolkt geworden en we waren bang dat het einde zou zijn van een periode mooi weer. Het was nog droog en door de betere temperatuur zaten we nog veel lekkerder bij een kampvuurtje, dus we gingen toch weer laat naar bed. De volgende morgen was het nog wel bewolkt, maar steeds meer kwam de zon er weer door. We waren één dag langer op de camping gebleven, dus we moesten nog een nachtje extra betalen. Bij de receptie maakten ze een gebaar van dat zit wel goed en we hoefden niets extra's te betalen. De toch al goedkope camping werd dus nog extra goedkoop voor ons. We vertrokken weer uit Hermanus, toen we na de laatste boodschappen en het benzine tanken onderweg waren scheen de zon weer volop. Het duurde alleen niet zo lang. Toen we echt dicht langs de zee gingen rijden zat alles potdicht van de mist. Later reden we iets hoger en toen keek je van boven af op de mist boven de zee. Een heel apart gezicht.

We hadden als doel voor de dag het plaatsje Muizenberg gesteld. Daar moest volgens de kaart een camping zijn en we verwachtten daar ook wel weer gelegenheden waar we voetbal konden kijken. Toen we er in de loop van de middag aankwamen was het een troosteloze aangelegenheid. Alles was ook hier weer gehuld in een dichte mist. We konden niet eens de overkant van het grasveld op de camping zien. We besloten toch maar te stoppen en toen we onze jeeps geparkeerd hadden en we gingen zitten voor ons welkoms biertje begon de mist op te lossen. De zon kwam er door en toen de mist verder oploste zagen we dat er aan de andere kant van de camping een berg lag waar we prachtig uitzicht op hadden. Het werd zoals gewoonlijk om zes uur alweer donker en toen werd alles weer vochtig en koud. We aten een macaroni maaltje en daarna gingen we weer op zoek naar een TV waar we voetbal konden kijken. Na een flinke zoektocht vonden we een pub met een TV en een pool biljard. Het was niet ideaal kijken, maar we konden in ieder geval zien hoe ook Spanje zich plaatste voor de tweede ronde. De mensen waren erg vriendelijk en behulpzaam, ze wilden ons helpen met allerlei tips over wat er te zien was in de omgeving enzovoort. Allemaal heel goed bedoeld, maar wel lastig als je probeert een voetbalwedstrijd te volgen. Toen we weggingen hebben we nog wel even gevraagd waar een pub was met betere TV schermen en waar het geluid ook aan stond. We hebben het adres van een goed sport café gekregen en dat zouden we de volgende avond gaan proberen, want de avond daarna moest Nederland weer spelen. Terug op de camping zaten we nog even in de wasmachine ruimte, omdat het buiten toch behoorlijk koud en nat was. We wisten nog niet of we wel moesten blijven, vanwege de mist en de niet zo ideale TV mogelijkheden. We besloten maar te gaan slapen en het weer van de volgende dag af te wachten. Toen we wakker werden was het al warm in de tentjes. Er was een warme wind opgestoken en toen we uit bed kwamen was het al boven de twintig graden en scheen de zon uitbundig. De beslissing om nog een dagje te blijven was dus snel genomen.

We hadden ook stroom en ik kon dus eindelijk weer eens een dagje volop mijn computer gebruiken om alle foto’s te organiseren en bij te werken. Herman vond veel oud hout, dus die vermaakte zich met zagen en kloven. ’s Middags zocht ik op de fiets de pub op waar we de vorige avond van gehoord hadden. Er stonden inderdaad diverse TV’s en er zou voetbal gekeken worden die avond. Na het eten wandelden we dus de vier kilometer naar de pub om de wedstrijd tussen Engeland en Zweden te gaan kijken. De zaak zat al helemaal vol met voetbalfans toen we aankwamen, het werd een gezellige avond en Engeland en Zweden gingen allebei door naar de volgende ronde. De volgende dag, de dag dat Nederland moest spelen tegen Argentinië, was het bewolkt en regende het veel. De onderhoudsklussen aan de Jeeps lieten we maar zitten en ik bracht het grootste deel van de dag door achter de computer om alle foto’s nog maar eens op te slaan op CD’s, zodat ze in ieder geval zeker gesteld zouden zijn als mijn  niet zo betrouwbare computer het nog eens op zou geven. ’s Avonds tijdens het eten kwam er een Franse vrachtwagen het kampeerterrein op rijden. Het zou zo een service truck voor Parijs Dakar kunnen zijn.

Hij parkeerde naast ons en er kwam een Frans echtpaar met een klein dochtertje uit. In tegenstelling tot het Duitse echtpaar met kind dat de vorige nacht op de camping stond, ook met een interessante auto, een Landrover Defender met dubbele achteras, kwamen ze wel direct naar ons toe en wilden van alles weten over onze reis. Ze waren van plan om in vijf  of zes jaar de hele wereld over te rijden. Ze waren via de Afrikaanse westkant naar Zuid-Afrika gereden en zouden via de Oostkust weer teruggaan naar Frankrijk. De volgende reis zou door Azië zijn, richting Australië, vandaar de interesse in de landen waar wij door gereden waren. Na een gezellig praatje werd het voor ons tijd om de oranje kleding weer aan te gaan trekken en de wandeling naar de pub te gaan beginnen voor de wedstrijd Nederland - Argentinië. Het was in de pub lang niet zo druk als de avond ervoor, dus we konden een goed plekje zoeken voor één van de TV’s. We zagen Nederland in een matige wedstrijd gelijk spelen tegen Argentinië. Gelukkig was het resultaat niet zo belangrijk meer omdat beide teams al geplaatst waren voor de volgende ronde. Aan het einde van de avond kregen we nog een borrel aangeboden van de andere oranje supporters. Een paar dames met Nederlandse ouders. Het was een drankje wat ze ”springbokkie” noemden, genoemd naar en in de kleuren van het Zuid-Afrikaanse rugby team. We hadden al eerder gehoord dat onder de blanke bevolking van Zuid-Afrika rugby veel populairder is dan voetbal, maar voor een wedstrijd van Engeland of Nederland is toch nog wel belangstelling. Na deze lekkere opwarmer liepen we weer terug naar de camping. Na nog een biertje voor mij en een sinaasappel voor Herman zochten we de warme slaapzak weer op. Toen we wakker werden scheen de zon weer, maar er vielen ook weer regendruppels. Herman ruimde zijn tentje direct op, maar ik wilde eerst proberen om een paar foto’s te maken van de prachtige regenboog.

 Dat wilde eerst niet erg lukken, maar toen de lenzen van de camera’s eindelijk niet meer beslagen waren kon ik een aardig plaatje  maken en was de regen voorbij. Ik kon dus eerst op mijn gemak gaan wassen en scheren voordat ik mijn tentje opruimde. Na een ontbijtje in de zon en nog een praatje met de Franse buren vertrokken we richting Kaap de goede Hoop. Het weer werd steeds beter, dus de uitzichten waren prachtig. Na een paar uur waren we bij de Kaap, weer een mijlpaal in onze reis. We beklommen de heuvels en bekeken de zee waar vroeger de schepen van de VOC langs kwamen op weg naar Indië, met goede hoop om het te gaan halen.

Na een uurtje rondkijken waren we tevreden. We reden weer terug richting Kaapstad en op de eerste camping die we tegenkwamen hebben we een plekje gezocht om nog een uurtje in de zon gezeten. Op de camping werden we gewaarschuwd voor de apen. Je moest absoluut geen eten of andere spullen buiten laten staan, want dan was de kans groot dat je het kwijt was. De beheerder van de camping ging regelmatig met zijn catapult achter de apen aan. Op deze camping waren kampvuren verboden, dus de voorraad door Herman gehakt brandhout die we bij ons hadden konden we niet gebruiken.Er was gelukkig wel een gebouwtje waar we binnen konden zitten. Daar konden we koken en de avond doorbrengen. Ik zocht het TV kaartje voor de laptop en de in Finland gekochte antenne weer eens op en na een poosje zoeken kon ik een zender ontvangen waar het voetbal op werd uitgezonden. Het geluid deed het niet, maar met het radio verslag er bij konden we de wedstrijd van Brazilië tegen Japan prima volgen.

Op de achtergrond hoorde je de grote vogels die een geluid maken wat precies lijkt op de toeters die je in het stadion ook hoort. De eerste keer dat we ze hoorden nog in de buurt van Durban dachten we echt dat het supporters waren die op weg waren naar de bekerfinale die daar gespeeld werd, toen we merkten dat het geen supporters maar vogels waren hebben we ze sinds die tijd maar stadionvogels genoemd. Later leerden we van één van de prachtige informatie borden, die overal rond Kaapstad te vinden waren, dat het  Ibissen waren. Een vogel die vroeger heilig was in Egypte en in heel Afrika voorkomt. De borden gingen over allerlei onderwerpen die met de natuur rond het schiereiland te maken hadden.

 

De  volgende morgen gingen we naar Kaapstad. We moesten over de Chapmans Peak Drive, volgens de Lonely Planet één van de meest schilderachtige kustwegen van de wereld. Het was een mooie weg, met mooie uitzichten, maar ik kan niet zeggen dat het zo bijzonder was. We hebben wel mooiere kustwegen gereden en je moest er nog 23 rand (€3) per auto tol voor betalen ook. In Kaapstad moesten we een postpakketje ophalen wat zus Gea opgestuurd had. Herman had nieuwe medicijnen nodig en ondanks dat we niet in Nederland waren moesten we ons toch verzekeren met de nieuwe zorgverzekering. Om daar nog wat profijt van te hebben had Gea de door de verzekering vergoedde medicijnen bij de apotheek opgehaald en opgestuurd. We parkeerden onze Jeeps vlakbij het postkantoor bij een backpackers hostel, er zou ook kampeer gelegenheid moeten zijn. We hoopten daar te kunnen kamperen maar helaas was het kampeerveld niet geschikt voor auto’s. We moesten dus een andere kampeerplek zoeken. Voordat we dat gingen doen liepen we eerst naar het postkantoor, we vonden het poste restante loket. We vroegen naar het pakketje en  zonder enige legitimatie kregen we het zo mee. Het belangrijkste van die dag was dus geregeld. We reden de stad weer uit op zoek naar een camping. De eerste twee campings die op de kaart stonden waren er niet meer. We waren inmiddels vlak in de buurt van de camping in Muizenberg waar we al gestaan hadden, maar we hadden geen zin om daar weer heen te gaan. Aan de westkust van het schiereiland waren meer campings, dus reden we maar die richting uit. De eerste camping die we tegenkwamen was vol, maar uiteindelijk in het plaatsje Kommetjie vonden we een camping waar wel plaats was. We zagen direct al dat er een TV kamer was en vroegen of we die konden gebruiken om voetbal te kijken. Het was geen probleem en omdat verder bijna alle gasten TV in de caravan hadden konden we daar ongestoord kijken zonder iemand lastig te vallen. We konden dus met een gerust hart de tentjes opzetten en van een biertje gaan genieten en natuurlijk het pakketje van Gea openmaken, wie weet wat voor verassingen er nog in zaten. De medicijnen waren keurig onbeschadigd overgekomen en er zaten ook nog oranje shirts in het pakketje en brieven en foto's van Gea en de kinderen, heel leuk om te lezen. 

In de hoek van Zuid-Afrika waar we nu zaten werd overwegend Afrikaans gesproken, en ook de teksten op de camping stonden in het Afrikaans. Het lijkt wel behoorlijk op Nederlands, maar soms is het toch moeilijk te volgen, probeer maar eens te bedenken wat het bovenstaande tekstje betekent. ( dus niet direct verder lezen). Ze bedoelden hier dat je de stopjes van de afwasbakken niet mee moet nemen. Ze brachten me hiermee wel op een goed idee. Bij de meeste campings zaten er geen stoppen bij de afwasbakken, heel lastig vooral als je kleren gaat wassen, maar sinds we op deze camping geweest wat had ik altijd een stopje in mijn jaszak zitten. Nadat we ’s avonds in de televisie kamer de eerste wedstrijden daar gekeken hadden besloten we direct maar om te blijven tot alle achtste finales gespeeld waren, zo'n privé televisie met een lekker bankstel er voor was perfect. Op zaterdag wandelden we een rondje door het dorp en daar bleek ook nog een pub te zijn waar de wedstrijden gekeken werden. Op zondag moest Nederland weer spelen en omdat het bij zo’n wedstrijd gezelliger is om samen met anderen te kijken zijn we op zondagavond niet naar onze privé TV op de camping gegaan, maar met onze oranje kleren aan naar de pub. Voor de wedstrijd hebben we de Cd’s met oude oranje liedjes nog maar weer eens opgezocht en hebben we lekker tussen de palmbomen in het zonnetje met veel bier ons voor zitten bereiden op de wedstrijd. 

 Na een traditionele zondagse maaltijd met aardappels bonen en gehaktballen wandelden we naar de pub. De eerste wedstrijd van de dag was Engeland tegen Equador. We zagen hoe Engeland een ronde verder kwam en de komende tegenstander van Oranje kon worden, Nederland moest dan natuurlijk nog wel even winnen van Portugal. Tijdens de wedstrijd van Engeland en de daar op volgende formule 1 grand-prix was er redelijk sfeer voor de televisies in de pub, maar toen de wedstrijd van Nederland begon was er bijna niemand meer en het commentaar was bijna niet te verstaan door de jazz muzikant die in het ernaast gelegen restaurant zat te toeteren. Toen de wedstrijd eenmaal begonnen was maakte dat niet al te veel meer uit, want dan let je toch niet meer op wat er om je heen gebeurt. Helaas werden we daar ook niet vrolijk van. Na een slechte wedstrijd, waarbij het Nederlands elftal zich weer eens ouderwets liet gek maken door de provocerende Portugezen werd het uiteindelijk 1-0 voor Portugal. Beide teams eindigden met negen man door vier rode kaarten. Nederland was dus uitgeschakeld. We hadden graag ook nog gehoord wat de gasten in de TV studio over de wedstrijd te vertellen hadden, maar dat konden we door de herrie ook niet horen. We liepen teleurgesteld over het Nederlands elftal en de matige manier waarop we de wedstrijd hadden kunnen volgen terug naar de camping. Bij de jeeps praatten we nog wat na over de wedstrijd en namen nog een biertje. In onze gedachten waren we bij broer Jacob en zijn vrouw, die in Neurenberg op de tribune gezeten hadden en zich nu ook zwaar klote zouden voelen. Meestal waren we op dit soort momenten met zijn vieren om de teleurstellingen te verwerken, maar nu moesten  ze het samen doen. Na een nacht slapen had ik het gevoel zoals tijdens het bijwonen van een voetbal toernooi, dat je na de uitschakeling je spullen weer in kan pakken en terug naar huis kunt. Gelukkig was dat bij ons nog niet aan de orde, na een ontbijtje in de zon gingen we weer over naar de orde van de dag. We moesten onze oude Carnets de passage nog terug sturen naar de ANWB, om onze borg die we gestort hadden later terug te kunnen krijgen. Ook moesten we nog een autobanden bedrijf opzoeken, om twee nieuwe banden voor Herman’s Jeep te kopen en we wilden de tafelberg nog gaan bezoeken. We vertrokken dus naar het centrum van Kaapstad, we wisten nog van vrijdag waar het postkantoor was, dus dat was geen probleem, alleen vielen de afstanden ons een beetje tegen.

Toen we bij de tafelberg waren was het al half drie. Er was een kabelbaan waarmee je omhoog kon, maar die werkte op dat moment niet vanwege de wind. We reden door naar het begin van de wandelroute naar boven. Er stond een bord waarop stond dat het tweeënhalf uur lopen was naar het boven station van de kabelbaan en dat je er altijd rekening mee moest houden dat de kabelbaan niet meer ging en dus ook nog twee uur voor een eventuele wandeling terug moest plannen. Zoveel tijd hadden we niet meer voor donker, dus we keerden maar weer om. Toen we weer langs het onderstation van de kabelbaan reden werkte hij weer, we reden toch maar door want we hadden geen zin in een bliksem bezoek van even naar boven en weer terug, wat ook nog 230 rand (€30) zou kosten. Op de weg terug naar de camping stopten we bij een bandenbedrijf. Ze konden een paar banden van de gewenste maat bestellen en de volgende dag in huis hebben. We waren precies op tijd terug voor de eerste voetbalwedstrijd, tussen de wedstrijden hadden we tijd om te koken en dan weer terug met koffie, bier en chips mee voor de tweede wedstrijd. We konden op deze manier de achtste finales van het WK perfect volgen. Helaas werden alle ploegen die we het liefste door zagen gaan, zoals Australië en Spanje ook uitgeschakeld. Op dinsdagmorgen regende het. Ik had gepland om de wielen van mijn Jeep van voor naar achter te gaan wisselen, omdat de voorbanden harder sleten, maar door de regen had ik daar geen zin in. We vulden de tijd maar met het naar achteren verplaatsen van Herman zijn tent. Door onze ervaringen met lekke banden de laatste tijd wilden we de geen banden weggooien. We lieten de nieuwe banden nog niet monteren, dus we moesten een plekje hebben om ze mee te nemen en dat moest voor op Herman’s Jeep worden. ’s Middags gingen we weer eens groot inkopen doen en de banden ophalen. ’s Avonds tijdens het voetballen besloten we om toch nog maar een dagje te blijven om de Tafelberg te gaan beklimmen. We namen er dan de hele dag voor, dan hadden we tijd genoeg om omhoog of omlaag te gaan wandelen. De volgende morgen waren we redelijk op tijd uit de veren en de zon scheen weer uitbundig. Ons bezoek aan de Tafelberg kon dus doorgaan. Even over twaalf waren we aan de voet van de berg en begonnen we onze wandeling. Het was een hele pittige klim, de paden zouden wat ons betreft zo de het classificatie zwarte route kunnen krijgen, maar met halverwege een meegebracht kopje koffie liepen we toch vrij makkelijk in anderhalf uur naar boven. Boven genoten we van de prachtige uitzichten naar alle kanten.

 

De tijd viel mee, dus we besloten om ook terug maar weer te gaan lopen. Het afdalen was wat inspanning betreft een stuk makkelijker als het klimmen, dat merkte je vooral aan de mensen die je tegen kwam op weg naar boven. Verbazend hoe snel je weer vergeet hoe het was toen je zelf bezig was. Wat inspanning betreft was het afdalen wel lichter, maar voor de gewrichten was het wel wat zwaarder. Toen we weer beneden waren voelden we onze knieën en enkels best wel. Onderweg nam ik nog een fotootje van de kabelbaan die we niet genomen hadden,waardoor we wel dertig euro hadden uitgespaard en met een voldaan gevoel reden we terug naar de camping. Daar brachten we ons laatste avondje, voor het eerst zonder voetbal, bij het kampvuur door. Na het gebruikelijke opruimwerk, wat na vijf dagen op één plek altijd wat langer duurt, vertrokken we rond elf uur vanuit Kommetjie. Het eerste wat we moesten doen was een gaspomp opzoeken, waar we onze gastanken konden vullen. We hadden dan in ieder geval nog voor een paar honderd kilometer noodvoorraad brandstof aan boord, voor als het eens echt nodig was. Voor het goedkoop rijden hoefde je het in Zuid-Afrika niet te doen, want de kilometer prijs kwam net zo duur of misschien wel duurder uit als op benzine. Met het adres, wat ik via het alarmnummer van de gas installateur wat bij de geiser op de camping stond gevonden had, gingen we op zoek. Al snel vonden we een heus gasstation met deze keer een goed werkende pomp. We konden dus zonder problemen onze tanken vullen. Toen ook de benzine tanken weer gevuld waren met goedkopere kust benzine konden we kaapstad weer achter ons laten. Na een weg met ontelbare stoplichten, die natuurlijk allemaal op rood stonden kwamen we zo langzamerhand weer op het platteland. Het landschap werd al snel weer mooier en toen we rond een uur of drie het plaatsje Wellington in reden dachten we daar wel een camping te vinden. Er waren heel veel bed & breakfasts en guesthouses maar geen campings. We reden door de stad heen en kwamen op een schitterende weg door Bain’s Kloof. Het was een prachtig toetje op de rit van die dag. We zagen alleen wel met lede ogen aan hoe de zon alweer steeds verder zakte en we rekenden er alweer op dat we het biertje in de zon wel konden vergeten. Deze keer viel het mee, opeens midden in de route door de kloof stond er een campingbord. In het natuurpark kon je kamperen. Het was vrij Spartaans, zonder elektriciteit en warm water, maar daar maakte de beheerder meer een probleem van dan wij. Wij waren al lang blij dat we nog een half uurtje in de zon konden zitten met een biertje en een zak chips.

We probeerden met Chips de vogeltjes te lokken en we lazen nog wat in het uitgeprinte reisverslag van een paar bijna dorpsgenoten die een jaar eerder een trip van Kaapstad naar huis gemaakt hadden. We hadden het van te voren wel doorgelezen, maar als je zelf op de plaatsen komt en geweest bent die beschreven zijn is het nog leuker om te lezen. Toen het donker werd maakten we een vuurtje aan en kookte Herman weer een lekker maaltje. We kregen ook nog bezoek van een beest wat we niet kenden, een soort kat, met een dikke lange staart. Het was een lekker avondje en weer een goed gevoel om na een dag of vijf weer eens op een andere plek te zitten. We hadden eindelijk weer eens het idee dat we weer echt aan het reizen waren. De volgende dag reden we een korte etappe naar Ceres. Het was de enige iets grotere plaats die in de buurt lag en omdat die dag en de volgende dag de kwartfinales van het wereldkampioenschap waren wilden we daar tot zondag blijven. Het was maar een ritje van veertig kilometer, maar wel weer door adembenemend mooie landschappen. In Ceres aangekomen zagen we al direct een campingbordje. Het was een grote gemeentecamping, dus weer lekker goedkoop, 105 rand (€12) voor twee nachten. De camping heette Dennenbos, dat was een heel toepasselijke naam, want er stonden alleen maar metershoge dennen. Het nadeel was dat er geen zonnig plekje te vinden was. We parkeerden de Jeeps dus maar een beetje aan de rand van het bos, waar nog een beetje zon kwam.

We hadden direct een klusje, de laatste dagen hadden we steeds problemen met  het radiocontact onderweg, want Herman zijn "bakkie" deed het vaak niet. Herman begon direct met het losschroeven van het apparaat en daarna kon ik met de soldeerbout aan de gang. Na een half uurtje slechte verbindingen op de printplaat over solderen maar weer eens geprobeerd. Het apparaat leek weer goed te werken, dus kon weer ingebouwd worden. Al direct diende het volgende probleem zich aan, mijn computer startte niet meer op, zodra het windows logo in beeld kwam ging het beeld op zwart en begon hij weer opnieuw op te starten. Ik kon er op dat moment niet veel meer aan doen, want het was inmiddels tijd geworden om een televisie te gaan zoeken, om vijf uur begon Duitsland-Argentinië. We vroegen bij de receptie of er ergens een pub was en volgens hen  moest er een sport-bar zijn op loopafstand. We vonden het al snel en we konden daar prima de wedstrijd kijken. Het was een goed adresje om ook de andere wedstrijden te kijken. De avondwedstrijd Italië - Oekraïne leek ons niet zo interessant, dus we gingen terug naar de camping. Herman had 's middags een grote berg hout bij elkaar gezocht zodat we een lekker warm kampvuur konden maken. Op zaterdag morgen liepen we het dorp in om te kijken wat er verder te beleven was. We vonden een internet café, maar dat was zaterdagmiddag gesloten, we hadden dus alleen maar even tijd om een paar mailtjes te versturen en de de financiële situatie even te bekijken. Het belastinggeld was binnen gekomen en de euro werd steeds hoger ten opzichte van de rand.  Toen we net in Zuid-afrika waren kregen we zeven rand voor een euro, twee maanden later ruim negen rand. Een dubbele meevaller dus. Op internet een oplossing zoeken voor het probleem met mijn computer was helaas geen tijd meer voor. Het was lekker weer, dus we wandelden nog wat verder door het dorpje, maar er was niet veel te doen.

We zagen dat je bij de bar waar wij voetbal keken ook kon eten, dus we besloten die avond maar daar te blijven om tussen de wedstrijden door wat te eten. We zagen hoe Portugal ook Engeland uit het WK werkte en gingen na het eten van een lekker burger met patat maaltje (dat hadden we een tijd niet gehad) voor het grote scherm zitten voor de tweede wedstrijd, Frankrijk - Brazilië. Het was inmiddels flink druk geworden in de bar en lang niet iedereen was geïnteresseerd in voetbal. In de rust ging de muziek aan en die ging niet meer uit in de tweede helft, tot grote ergernis van de wel in voetbal geïnteresseerde gasten. Het was niet zomaar een achtergrond muziekje ook, maar zo hard dat je echt niets anders meer kon horen. Het was best wel eens leuk om te zien hoe de zwarte bevolking van een Zuid-Afrikaans dorp zich vermaakt op zaterdag. De sfeer was heel vrolijk en uitgelaten, maar toen de wedstrijd afgelopen was hadden wij wel genoeg gezien en gehoord en zijn we terug naar de camping gegaan. Op de camping, wat toch wel een kwartiertje lopen was suisden onze oren nog. We hadden geen hout meer over van de vorige avond, dus we zijn maar op tijd naar bed gegaan. Op maandag en dinsdag was er geen voetbal, dus dan konden we weer rijden. We reden in de richting van Clanwilliam bij het Cederberg natuurpark. We merkten direct  hoe lastig het was dat de computer het niet meer deed. Het navigeren moest nu weer gewoon ouderwets met de landkaart, zonder dat door de GPS de positie netjes op de kaart wordt aangegeven. Het was wel weer een hele mooie rit, de rotspartijen in het landschap werden steeds woester en grilliger. We hadden er weinig hoop op een camping te vinden, maar 's middags kwamen we opeens langs een backpackers hostel waarvan ik de naam herkende uit het backpackers boekje. We vroegen of we konden kamperen en dat was geen probleem.

We konden de keuken en de huiskamer gebruiken, dus na een biertje in de zon zijn we naar binnen gegaan om gezellig tussen de andere gasten te koken en de avond door te brengen. Ik probeerde daar ook mijn computer weer op gang te krijgen. Er was ook een internet computer, waar ik omdat het weekend tarief was, voor 7 rand (€0,80) onbeperkt gebruik van kon maken. Ik vond een paar handige programmaatjes waarmee ik hoopte om alle gegevens van de laatste weken, waar ik natuurlijk weer geen backup van had gemaakt,  te kunnen redden. De volgende morgen reden we verder richting Clanwilliam. De route liep door het Cederberg wildernis park. De landschappen waren de vorige dag al schitterend, maar nu met een ontzettend helder zicht en het zonlicht op de bergen was het helemaal adembenemend. Het leek wel of de rotsen die in allerlei vormen langs de route lagen door het zonlicht allerlei kleuren kregen.

Tijdens een koffie stop onderweg waren we het er over eens dat dit één van de  mooiste landschappen was wat we tot nu toe tijdens onze reis gezien hadden. In Clanwilliam was een camping, we waren van plan om daar drie nachten te blijven, want we wilden s’avonds de halve finales van het WK voetbal kijken. We namen een plek met elektriciteit, want ik moest aan mijn computer kunnen werken en we genoten lekker in de zon nog een biertje en een chipsje. De eerste avond was er nog geen voetbal, dus bij het kampvuur probeerde ik mijn computer weer werkend te krijgen. De meeste belangrijke documenten kon ik er met de programma’s die ik de vorige avond gedownload had wel opslaan. Met  de harde schijf uit de andere laptop die vorig jaar kapot gegaan was kon ik weer een enigszins werkend systeem krijgen. Ik was in ieder geval geen data kwijt, maar echt lekker werkte het allemaal nog niet. De volgende morgen monteerden we eerst de nieuwe banden van Herman op de velgen. Herman kon nu verder met monteren en direct de remmen controleren en dergelijke en ik ging op de fiets naar het dorp. Ik hoopte een internet café te vinden, waar ik nog wat meer reparatie software zou kunnen downloaden en ook een pub waar we ’s avonds voetbal konden kijken. Al snel vond ik het souvenir winkeltje waar de enige openbare internet computer van het dorp stond. Helaas was de eigenaresse lunchen. Ik had geen zin om de heuvel naar de camping een keer extra op te fietsen, dus ik bleef een beetje rond fietsen in de omgeving van het dorp. Op deze manier vond ik wel de pub waar we voetbal konden kijken en een ijzerzaak waar ik nog wat boutjes en moertjes kon kopen die we nodig hadden voor diverse klusjes. Na een uur was de internet winkel weer open en ik kon gaan zoeken naar de oplossing van mijn computer probleem. Zoals meestal ben je niet de eerste die hetzelfde probleem gehad heeft, dus ook nu vond ik in de forums diverse items met oplossingen. Uiteindelijk vond ik ook het programmaatje waar ik dacht mijn computer te kunnen redden, dus met een goed gevoel kon ik de heuvel naar de camping weer gaan beklimmen. Op de camping ging ik direct aan de gang met de computer, gade geslagen door de beesten die op de camping rondliepen en vlogen.

 Na een uurtje kon ik gaan proberen de computer weer op te starten en ja hoor, hij liep voorbij het punt waar hij steeds stopte en startte gewoon weer op. Om het te vieren heb ik maar een extra biertje genomen. ’s Avonds wandelden we naar de pub die ik gevonden had. We zagen hoe Duitsland in de laatste minuten van de verlenging uitgeschakeld werd door Italië. De pub ging eigenlijk om elf uur dicht, maar gelukkig mochten we de verlenging afkijken. Na even heen en weer SMS-en met broer Jacob over dit heuglijke feit liepen we met een lekker gevoel weer terug naar de camping. De volgende dag deden we de was en onderhoud aan de jeeps en aan andere spullen die na ruim een jaar intensief gebruik hier en daar wat gebreken gaan vertonen.

 Het was weer goed weer, maar in de verte zaten veel meer wolken als de vorige dagen. Het zag er naar uit dat er ander weer aan kwam.  Tegen de avond kwam er nog een Engelse overlander het terrein oprijden  ik maakte een praatje met hem en hij vertelde dat hij via de Westkust van Afrika van Engeland af was gereden. Omdat wij van plan waren via de oostkust te rijden had hij niet zoveel informatie voor ons, maar het is altijd leuk een andere reiziger te ontmoeten.’s Avonds gingen we weer naar de pub voor de laatste halve finale Frankrijk won van Portugal en omdat er deze keer geen verlenging was konden we terug op de camping het kampvuur nog even aan maken. De volgende morgen werd ik gewekt door het getik van de regen op mijn tent. Het weer was inderdaad anders geworden. Het was zwaar bewolkt en regende af en toe. Tussen de buien door ontbijtten we en we ruimden de tenten op. Nadat we afgerekend hadden bij de receptie gingen we in het dorp nog even boodschappen doen. Mijn tweede Blokker klapstoeltje had het na ruim een jaar ook opgegeven en dus moest er een vervanging komen. In de kampeer afdeling van de plaatselijke supermarkt vond ik voor nog geen tien euro per stuk dezelfde soort klapstoeltjes. Ik kocht er weer twee, daar moest ik het de rest van de reis wel mee kunnen redden. Na nog een bezoekje aan de internet computer en een pompstation reden we het dorp uit in de richting van Upington. Een grotere plaats op ongeveer zeshonderd kilometer. Daar wilden we de finale van het WK gaan kijken, dus we hadden drie dagen om daar te komen. De landschappen waren weer mooi, maar tonen toch een stuk minder met een bewolkte lucht en regendruppels op de voorruit. Gelukkig regende het niet echt veel, zodat de onverharde wegen nog goed begaanbaar bleven en de Jeeps niet al te smerig werden. Aan het eind van de middag vonden we een campingbordje in Nieuwoudtville, we zochten de camping op maar vonden er geen receptie. Van de werklui die bezig waren hoorden we dat je in het dorp ergens moest gaan melden. Nadat we teruggereden zijn vonden we met hulp van de politie het gemeentehuis waar we het enorme bedrag van 40 rand (€ 4,50) moesten betalen. We reden terug naar de camping en zochten een plekje bij een mooi aangelegde kampvuurplaats. Helaas begon het aan het einde van de middag weer te regenen, dus we hebben er niet veel aan gehad. We hebben ons eigen kampvuur bakje gebruikt, want dat konden we dichter bij de Jeeps zetten. Na een maaltijd en een bak koffie onder de paraplu en onder het afdakje van Herman’s tent zijn we op tijd naar bed gegaan.

Op vrijdag was het gelukkig weer stralend weer toen we wakker werden. Na het ontbijt vertrokken we richting Loeriesfontein, de laatste plaats aan de asfaltweg, van daar af wilden we gravelwegen rijden tot Upington.  In Loeriesfontein wilden we de Jeeps nog een keer vol tanken. Er was een pompstation en ik reed het terrein op. Herman reed nog even verder om te keren. Toen Herman terug kwam rijden waarschuwde de pompbediende me dat er iets brandde bij Herman’s Jeep. Het bleek dat het bedieningskastje van de lier in brand stond. Na het blussen van het vuurtje en het losmaken van  de voedingskabel van de lier was verder gevaar geweken. Herman probeerde zijn Jeep weer te starten, maar hij had geen stroom meer.  Met behulp van de startkabels startten we de jeep weer en toen kon ook Herman gaan tanken. Na deze enerverende tankstop gingen we de onverharde weg op. Het reed goed, behalve op de stukken wasbord, maar het was wel erg stoffig, zodat ik flink afstand moest houden. Geen probleem, alleen lastig dat het bereik van de bakkies dan niet toereikend is en we elkaar dus niet kunnen waarschuwen als er iets aan de hand is. Na de eerste koffiestop wilde de Jeep van Herman weer niet startten. We waren al bang dat de accu door de kortsluiting in de lier overleden was, maar gelukkig was het niet zo ernstig. De massaschakelaar had de grote stroom kennelijk niet overleefd. Na het overbruggen van de massaschakelaar kon Herman gewoon weer starten.

Om een uur of drie stopten we voor de tweede bak koffie. Het zag er niet naar uit dat er een camping langs de weg zou zitten en wild kamperen was ook geen optie, want overal stonden hekken. We besloten maar door te rijden naar Kakamas, het dorp aan het einde van de onverharde weg. We zouden dat niet voor het donker kunnen halen, maar veel verkeer was er toch niet. In Kakamas hoopten we dan een camping te vinden. De rit liep voorspoedig en tegen zeven uur kwamen we in Kakamas aan. Het laatste uurtje in het donker was heel apart. Ik reed achter en kon door de stof Herman niet zien. Ik kon alleen door de hoeveelheid stof in het licht van mijn koplampen ongeveer schatten hoever ik achter herman zat. We zagen al snel een camping bordje en na een ritje van ongeveer drie kilometer kwamen we bij een boerderij waar je ook kon kamperen. Door de vrouw des huizes werden we doorgestuurd naar het kampeer terrein. Toen we daar aankwamen werden we verwelkomd door de boer die ons direct naar de in zijn ogen beste plek dirigeerde. Het was wel fris, maar we namen toch eerst maar een biertje, voordat Herman ging koken. Het was gezellig druk op de camping en één van de buren kwam direct al met een zak hout aan, dus we konden een vuurtje aanmaken voor wat extra warmte. We hadden een lekker avondje na deze mooie etappe en we gingen met een voldaan gevoel de tentjes in. De volgende morgen wilden we eigenlijk blijven, maar om tien uur waren alle buren al verdwenen, dus was de gezelligheid weg. Wij waren net klaar met het ontbijt en we besloten toen toch maar om ook te vertrekken.

We reden een binnendoor weggetje naar Upington. Langs de Oranje rivier, het had een hele toepasselijke naam kunnen zijn, maar door de vroege uitschakeling van Oranje was het nu niet speciaal meer.  We wisten van het eerder genoemde reisverslag dat er in Upington een goede camping moest zijn. We vonden de camping en zochten een plekje in de zon. We hadden de laatste weken best goed weer gehad, maar nu was het weer eens echt lekker warm. We brachten deze zaterdag middag door met lekker in de zon zitten, bier drinken en kijken hoe de camping vol liep met andere gasten. In Zuid-Afrika is het terreinrijden erg populair, dus er kwamen diverse terreinwagens en 4x4 pickups met terreinwaardige aanhangers de camping op rijden.

’s Avonds na het eten werd het toch weer fris, dus we zijn maar gaan wandelen richting het centrum om te kijken of we nog een bar konden vinden waar voetbal gekeken werd. De wedstrijd om de vierde plaats van het WK tussen Duitsland en Portugal interesseerde ons niet zoveel, maar de finale zondagavond wilden we toch wel graag zien. We zagen wel dat er Upington allerlei soorten winkels waren, dus erg handig voor de volgende dagen als we inkopen moesten doen, maar een sportbar konden we niet vinden. Uiteindelijk zagen we een restaurant waar een TV aan stond en daar zijn we maar naar binnen gegaan. Bij een biertje zagen we hoe Duitsland Portugal op een drie nul achterstand zette. We hadden wel genoeg gezien en hebben het einde van de wedstrijd niet afgewacht. Op de terugweg zagen we een pub die er gezellige uit zag, ook met TV aan. We hadden dus in ieder geval een plek gevonden om op zondagavond de finale te kijken. Op zondagmorgen was het na een koude nacht weer prachtig zonnig weer. We hadden geen plannen voor de dag, dus het werd een lekker zondagje in de zon zitten.

’s Middags konden we op de Europese frequenties de wereldomroep ontvangen, zodat we zelfs naar radio Tour de France konden luisteren en onze bijna neef Sebas weer eens konden horen. Aan het einde van de middag toen de zon onderging werd het al snel weer frisser en na het eten was het alweer echt koud We wandelden dus maar naar de pub die we de vorige dag gezien hadden om de WK finale te gaan kijken. We zagen hoe na een spannende wedstrijd Italië door strafschoppen de wereldtitel won.  Doordat het toch weer een verlenging en strafschoppen geworden waren was het toch weer laat geworden. Toen we terug bij de tenten waren zijn we direct maar naar bed gegaan. De maandag was voor klusjes. Herman ging zijn olielekkende kleppendeksel, waar hij zich al maanden aan ergerde, opnieuw monteren en ik zou gaan proberen de lier van Herman weer aan de gang te krijgen.

Ik had gehoopt dat het probleem in het relais kastje zou zitten. Helaas bleek nadat ik het kastje gedemonteerd had en ik de motor kon proberen met behulp van de startkabels, dat er nog steeds geen beweging in zat. Het was één grote kortsluiting. De motor dus ook maar open gemaakt, alle plastic isolatie ringetjes en dergelijke waren weg gesmolten, het anker zag er gelukkig nog wel goed uit. Om de gesmolten onderdelen te vervangen moest de motor verder uit elkaar en bij het demonteren bleek dat alle isolatie om en tussen de wikkelingen ook verkoold was. Toen alles uit elkaar was zat ik dus met een hoop koper, zonder isolatie ertussen. Ik had ooit, vele jaren geleden, de isolatie van één ook al eens gerepareerd met Leukoplast en dat gedeelte zag er eigenlijk nog het beste uit. We hebben dus alle rollen Leukoplast die we bij ons hadden opgezocht en toen kon ik aan de gang. De isolatie tussen de windingen onderling was ook verbrand, dus daar moest ik ook nog iets voor hebben. Een stuk bakpapier wat ik ooit gebruikt had om World Tour logo’s op T-shirts te strijken leek me daar wel geschikt voor (laat de echte motor wikkelaars het maar niet horen), dus dat heb ik daar maar voor genomen. Na een paar uur hobbyen zagen de wikkelingen er weer heel mooi uit. Nog een paar kunststof ringetjes en busjes opgezocht om de aansluitingen te isoleren en het hele spul weer gemonteerd. Weer met de startkabels de motor geprobeerd en hij liep weer als een zonnetje. Het eerste deel van de klus was geklaard. Voor de relaiskast was geen tijd meer, want de dag was al bijna weer om. Herman had het kleppendeksel er ook weer op zitten, dus het was tijd voor een welverdiend biertje. Het voetbal was afgelopen, dus we brachten de avond door op de camping. Er waren mooie braaien, die ook als kampvuurplek konden dienen en daar kon je lekker warm bij zitten. 

De volgende dag kon het relaiskastje van de lier ook weer gerepareerd worden met behulp van het startrelais van Herman's Jeep, er was maar één relais kapot en die was precies hetzelfde als het startrelais. Voor de Jeep werd een universeel startrelais gehaald zodat  die ook weer gestart kon worden. Toen alles weer gemonteerd was deed de lier het weer. Zo langzamerhand waren alle andere klusjes ook klaar en waren de Jeeps weer gereed voor het volgende deel van de reis. We zouden nog één dagje op de camping in Upington blijven en dan naar het Kglagadi Transfrontie park gaan om daar een paar dagen rond te rijden. Na het park Namibië in om dan zo langzamerhand toch naar het  noorden, richting huis te gaan.

.