Deel 5:  Naar Griekenland

 

Na de lekker rustige zondag aan het meer van Ohrid, gingen we op maandag zoals we gepland hadden, kijken of we ergens een garage konden vinden waar ze de Pitman arm van Herman's Jeep eraf konden krijgen. Er waren diverse auto service bedrijfjes, één voor één gingen we ze af. Sommige zeiden direct dat ze geen tijd hadden, andere kwamen met te kleine stuurkogel trekkers, maar geen van alle had de oplossing. We zagen ook een garage waar een paar vrachtwagens en kranen en shovels stonden, daar ook maar eens geprobeerd. Eerst kwamen ze ook met de te kleine stuurkogeltrekkers, maar een jongen die goed Engels sprak zei dat we een kwartiertje moesten wachten. Als z'n pa klaar was met de vrachtwagen waar hij aan bezig was zou hij wel wat proberen. Na een kwartiertje kon Herman de Jeep op de smeerput rijden en kwam de baas met een poelietrekker van hetzelfde soort die ik altijd van mijn werk leen voor dit soort klussen.

   

 Met deze trekker kwam de arm al snel los. Wij vonden het goed zo en wilden met de moer weer een beetje vast naar de camping rijden om de keerring te wisselen, maar daar was geen sprake van. Hij wilde de klus die hij begonnen was ook afmaken. Gelukkig sprak de man redelijk Duits, dus kon ik hem vertellen hoe de oude keerring te verwijderen en hoe de nieuwe gemonteerd moest worden. Na een kwartiertje zat alles weer op zijn plek. Toen we vroegen wat het kostte wilde de man er niets voor hebben, na veel aandringen pakte de man omgerekend vijftien euro aan. Terug op de camping moest Herman ook nog zijn accu vervangen, hij startte zijn Jeep al een paar dagen op de accessoire accu, nadat de startaccu het opgegeven had. We hadden onderweg al een keer een nieuwe accu gekocht, maar het was er nog niet van gekomen om hem te wisselen. Herman heeft zijn startaccu ergens diep weg gebouwd naast het motorblok. Toen hij de accu eruit had bleek wel waarom hij het niet meer deed, de zijkant was helemaal weggesmolten.

De accu zit redelijk dicht bij het uitlaatspruitstuk, het was al jaren goed gegaan, maar met buitentemperaturen tot 40 graden en flink klimmen was het kennelijk toch te heet geworden. Toen de nieuwe accu ook weer op zijn plek stond, met een extra hitteschild kon Herman ook van een biertje gaan genieten. Ik had er inmiddels al een paar op. De volgende morgen vertrokken we richting Griekenland, we wilden eigenlijk naar Albanië gaan, maar daar hebben we geen internet op de telefoon. Om beter contact te kunnen houden met Arno hebben we de plannen veranderd, want in Griekenland hebben we wel internet op de telefoon. Het was een paar uur rijden naar de Griekse grens. Het landschap was mooi en de wegen goed. Bij de Griekse grens aangekomen werden we direct aangesproken door een meisje met een hesje aan met COVID er op. Ze liet een formulier zien met een QR code erop, een zogenaamd PLF. Ze vertelde dat we zo'n QR code moesten hebben, anders kwamen we Griekenland niet in. Na wat verwarrend heen en weer gepraat bleek dat je dat formulier via internet kon krijgen. Een Griekse provider opgezocht zodat we weer internet hadden en toen het formulier aanvragen. Uiteindelijk een uur en verschillende bevestiging e-mails verder hadden we de QR code en konden we naar de paspoortcontrole. Met de QR code mochten we zonder problemen door Griekenland in.

We reden naar de Oostkust, de route ging over super rustige wegen door een mooi landschap. We kwamen op een aardige camping en besloten direct maar om een dagje te blijven staan. We hielden een rustig dagje, 's middags een poosje aan de zee en we werden ook nog uitgenodigd door de Nederlandse buren op de Camping. We hebben lekker een paar uur over reizen zitten praten.

  

Inmiddels hadden we van Arno bericht gekregen dat het nog een paar dagen langer ging duren voordat hij kwam. We besloten om op ons gemak naar Igoemenitsa aan de westkust te rijden. We deden er drie dagen over, Prachtige routes, deels onverhard, maar ook veel smalle asfaltwegen door kleine dorpjes, met hele steile klimmen en afdalingen. Ook heel leuk om te rijden en zonder stof.

  

  

 In Igoemenitsa zochten we een camping aan de zee, het was een gezellige volle camping en we besloten om de zondag daar te blijven. We stonden tegenover het restaurant en daar was een hoop leven en dat was leuk om naar te kijken.

  

 Arno had inmiddels gemeld dat hij nog wat meer tijd nodig had en dat hij naar Patras zou varen en daar donderdag aan zou komen. De route door Griekenland die we zouden rijden liep ook langs Patras dus dat kwam goed uit. Op maandag vertrokken we uit Igoemenitsa en begonnen we aan de Griekenland route. Ik had de route zo goed mogelijk in de navigatie van Herman gezet, die reed voor en ik las ook mee met het routeboek, zo kon ik bij twijfelgevallen ook nog wat advies geven. Het was goed te doen zo de route te volgen. Het was een mooie route, met prachtig uitzicht over de kust, maar als tweede rijder wel heel veel stof. 's Middags zochten we een camping aan de kust. We wilden een wat simpelere camping met veel schaduw, want ik moest een klus aan mijn Jeep gaan doen. De camping waar we op reden voldeed hier prima aan. We vonden hem alleen te duur voor wat ze te bieden hadden en voor het eerst onderhandelden we over de prijs en zowaar konden we er nog wat af krijgen ook. Het bleek dat er achter de camping een prachtig strand lag, met een strandbar, of eigenlijk beach club, waar ze goede muziek draaiden en je lekker kon eten en drinken. Daar hebben we dus lekker een paar uur gezeten.

 De volgende morgen moest ik gaan sleutelen. Het was eigenlijk een beetje achterstallig onderhoud. In de Quadratrac tussenbak van mijn Jeep zit een ketting die ik ongeveer elk jaar moet vernieuwen. Ik wist voor de reis al dat hij aan de kilometers was, maar dacht dat het nog wel kon omdat we tijdens zo'n reis toch niet al te gek willen doen in het terrein. Tijdens de zware rit in Macedonië had ik hem toch een paar keer over de tanden horen slippen en om voor de route door Griekenland goed voorbereid te zijn moest het nu toch gebeuren.

   

 Het is best een flinke klus, maar in de loop van de middag zat alles weer op zijn plek. Na een uitgebreide wasbeurt van mezelf en mijn kleren, om alle olie en vet te verwijderen konden we weer lekker naar de strandbar om de zon in de zee te zien zakken.

 De volgende dag reden we verder naar Patras, waar Arno donderdag aan zou komen, maar hij appte dat hij de boot gemist had en pas op zondag in Patras aankwam. We besloten toch maar een dagje in Patras te blijven staan. Het was een aardige camping en er waren veel internationale gasten, dus er was gezellig een praatje te maken.

   

 Ik moest ook de route nog verder in de navigatie zetten. Het meelezen uit het routeboek is te doen, maar het is toch makkelijker om de lijn op de navigatie te volgen. De volgende morgen werden we wakker door getik op de tent, voor het eerst in zes weken regende het weer eens. Het begon zachtjes maar na een poosje begon het serieus te regenen. we lieten het ontbijt maar een beetje uitlopen, maar uiteindelijk waren we toch behoorlijk nat toen we de spullen ingeruimd hadden. De eerste kilometers over de weg was het glibberen over het asfalt wat weken droog geweest was en nu voor het eerst weer nat was. Gelukkig begon na een uurtje de zon weer te schijnen. De route was prachtig, door de buien oogde de natuur net was frisser en er was veel minder stof.

  

 Aan het einde van de middag kwamen we aan bij de etappeplaats, maar er was geen camping. We besloten maar naar de kust te rijden om een camping te pakken. We kwamen op een luxe camping aan de kust. Voor het eerst vroegen ze bij het inchecken of we volledig gevaccineerd waren. We moesten zelfs de corona app tevoorschijn halen om hem te laten scannen, maar we kregen allebei een groen scherm.

Op de laatste kilometer naar de camping was mijn navigatie kapot gegaan. Het was niet snel te repareren, dus de volgende dag moest ik het een dagje zonder navigatie doen. Herman deed goed zijn best, we reden maar één keer verkeerd. De paadjes werden steeds kleiner en steiler en gingen steeds meer de verkeerde kant op. Het probleem is dan, dat je op die smalle paadjes moet gaan keren. dat leverde toch weer een paar spannende momenten op, want alles is veel steiler en schever dan het lijkt.

  

 Ik was toen wel blij dat ik de ketting vervangen had. Ik had de lage gearing flink nodig. Toen we weer op de goede route zaten ging het vlot verder richting de etappe plaats van die dag Olympia. Bij Olympia kregen we de eerste stukken verbrande bossen te zien. Dat is wel een troosteloos gezichten we hopen dat het verder in de route mee zal vallen met de verbrande bossen. We gingen naar de camping die het dichtste bij de archeologische site ligt. Op de camping werden we een beetje achteraf weggezet, terwijl de camping bijna leeg was.

Er zou een groep komen, eerst vonden we dat wel vervelend, maar uiteindelijk was het wel een prettige plek, ruim genoeg dat Arno er ook nog bij kon. Op zondag wandelden we naar de historische ruïnes van Olympia. Als je zo dicht in de buurt bent en je hebt een sportverslaggever in de familie , moet je toch wel gaan kijken bij de plek waar de Olympische spelen ontstaan zijn. Hier wordt zelfs voor elke Olympische spelen de vlam nog ontstoken voor dat hij aan de estafette naar de organiserende stad begint. Bij de poort wilden we een ticket voor alleen de ruïnes, niet voor de musea, maar die tickets waren er niet meer. Je moest nu altijd de volle prijs betalen. We vonden dat eigenlijk te duur en we twijfelden een beetje. De man achter het loket zag dat en vroeg hoe oud we waren. Toen bleek dat Herman 65 plusser was kreeg hij korting en vonden we de prijs aanvaardbaar.

   

We wandelden een poosje tussen de ruïnes rond. Het is best bijzonder hoe ze zo lang geleden al zoiets konden bouwen en organiseren, maar uiteindelijk blijft het toch eigenlijk een hoop oude stenen. Al snel hadden we genoeg gezien en hebben we de hoofdstraat met de terrassen maar opgezocht, om een paar lekkere biertjes te pakken. Op het terras kregen we bericht van Arno dat hij nog zes uur te varen had en 's avonds in Patras aan zou komen. We adviseerde hem om niet in het donker te gaan rijden, dat vond hij ook en we zouden hem de volgende morgen wel zien op de camping. We wandelden weer terug naar de camping, die inmiddels vol stond met Nederlandse campers en caravans van de Senioren kampeer club. De volgende morgen gingen we vroeg op om boodschappen te doen voordat Arno er was. Het was ook een testritje voor mijn gerepareerde navigatie en die deed het weer naar behoren. Toen we net terug waren op de camping hoorden we Arno aankomen.

Het tweede deel van de vakantie, nu met drie Jeeps, kan beginnen.