Deel 4:  Noord Macedonië

 De volgende morgen vertrekken we richting een monument dat ik al lang op mijn verlanglijst had staan om te gaan bezoeken. De band Kensington speelt in de videoclip van "lost in the riddle" in een oud Sovjet monument, in de vorm van een vliegende schotel. Ik had ooit eens opgezocht waar dat is en dat bleek in Bulgarije te zijn. Nu zijn we in Bulgarije en hebben alle tijd, dus nu moest het er van komen. Overigens in de clip van "Uncharted" spelen ze in een grote schotelantenne, die vind ik nog interessanter, maar die staat in Armenië, dat is iets te ver voor deze reis.

   

Na een paar uur rijden komen we aan bij het monument, het is heel indrukwekkend in de mooie omgeving. Het ziet er alleen wel erg vervallen uit, nog erger dan in de videoclip. Waarschijnlijk daarom zit de deur op slot en kunnen we niet binnen kijken, maar ook van buiten is het de moeite van het bezoeken waard. Ik wilde nog graag een mooi filmpje maken met de drone, maar dat lukte niet want die kon de harde wind niet aan.

  

 Na het bezoek was het nog vroeg in de middag, we vonden het nog te vroeg om al naar een camping te gaan en besloten naar een camping te rijden waar we al eerder geweest waren. Dat was nog wel een rit van 180 kilometer, maar wel over grotere wegen. De route liep door een laagvlakte en de temperatuur liep op tot tegen de veertig graden. Met de zon aan de bestuurderskant voelde ik me bijna gebakken toen we daar waren. We herkenden de camping nauwelijks, de vorige keer dat we er waren was het een grote vlakte met een paar tentjes, nu was het een terrascamping vol met campers en caravans. De eigenaar gaf ons een plekje aan het meer, waar normale auto's niet kunnen komen en zo konden we lekker in de wind met uitzicht op allerlei watersport een paar biertjes nemen.

   

We hadden gelijk maar besloten nog een dagje te blijven. 's Avonds aten we lekker in een restaurant op loopafstand en daarna zocht ik de foto's op van de vorige keer dat we daar waren. Dat bleek geen vijf jaar geleden, zoals we eigenlijk dachten, maar tien jaar, geen wonder dat er heel wat veranderd was.

 De volgende dag was het bewolkt, was het niet warmer dan een graad of twintig en waaide er een koude wind. Toen waren we iets minder blij met ons plekje beneden aan het meer. Aan het einde van de dag werd het gelukkig wat beter, zodat we de vrijdagmiddag borrel weer in de zon op een terrasje konden doen. De volgende dag reden we naar een andere camping waar we al vaker geweest waren. Daar was het altijd simpel en rommelig, dat vonden we altijd een prima plek om onderhoud aan de Jeeps te doen en daar waren ze nu ook wel aan toe. Bij deze camping was het wel vijf jaar geleden dat we er voor het laatst waren en we waren benieuwd of hier nog wat veranderd was, maar toen we aankwamen was alles nog precies hetzelfde. De baas sprak nog steeds geen Engels, de hutjes waren nog steeds niet geverfd en de schommel die Herman vijf jaar geleden nog gelast had stond er nog precies hetzelfde bij.

   

 Er was nog wel een kleine verandering die wel prettig was, er was nu een warme douche en een schoon toilet in het oude sanitair gebouw geplaatst. Naast ons stond een Bulgaars gezinnetje. Op een gegeven moment vroeg de zoon, die goed Engels sprak iets over de Jeeps. Herman nodigde ze uit om te komen kijken. Ze waren super enthousiast, zoiets hadden ze nog nooit gezien in Bulgarije. De vader bleef maar overal aan voelen en zo te horen verbaasd dingen tegen zijn zoon zeggen. De zoon vertaalde het en het bleek dat hij niet kon geloven dat er nergens olie lekte. Hij bleef maar doorgaan "no oil" "no oil", onder Herman's Jeep zei hij, het is alsof ik in een museum ben, "So old, so clean". Ik heb nog maar even aan de zoon uitgelegd dat bij de gemiddelde Jeep het er wel iets anders uitziet, maar dat wij wel erg zeikerig zijn wat olie lekken betreft. De zoon was ook helemaal gek van de jeeps, ik denk dat hij wel 100 keer "so cool" gezegd heeft. We zijn twee dagen gebleven, op zondag lekker niks gedaan, beetje olympische spelen gekeken en bier gedronken, 's avonds naar een restaurant gewandeld. Het restaurant was prima, maar de wandeling er naar toe, langs een drukke weg zonder voetpad waar de auto's met honderd langs komen razen was wat minder. Het zou wel bij deze ene keer blijven. Op maandag deden we onderhoud aan de Jeeps, wielen opkrikken om te kijken of er speling op zat, doorsmeren, dat werk. Gelukkig geen grote gebreken gevonden. Herman verving een handremkabel die compleet vast zat, want zijn automaat is moeilijk uit Park te krijgen als hij een helling staat zonder handrem er op. Daar heb ik gelukkig met de TH400 geen last van. 's Avonds dus niet naar het restaurant, dus zelf een maaltje koken. Dinsdag vertrokken we richting Noord-Macedonië. Ik wilde een nieuwe telefoon kopen, want de batterij in de oude had de transplantatie niet overleefd en nu toch de geest gegeven. In een grotere stad in een telefoonwinkel hadden ze de telefoon die ik wilde op voorraad. Maar het overzetten van de gegevens duurde erg lang. De middag was al bijna om. We reden de grens over en gingen uitkijken naar een camping, maar die zijn er nauwelijks in Noord-Macedonië. Het werd dus wild kamperen, op zich geen probleem, maar we werden compleet lek gestoken door de muggen en ander ongedierte wat er zat. Om een beetje afgeleid te worden van de jeuk hebben we maar een voetbalwedstrijd gekeken op de stroom van Herman zijn accessoire accu.

 We waren ooit in Skopje op een camping geweest, dus daar reden we de volgende dag naartoe. Een mooie rit, met leuke stukjes onverhard. Tijdens het keren op een pad reed ik nog achteruit tegen een boom aan, achterlicht en kentekenplaat houder kapot en een diepe kras in de lak, balen dus. 

 

 's Avonds kwamen we aan bij de camping, maar die was er niet meer. Het hotel waar de camping bij hoorde was er nog wel. We konden daar wel staan en de douche en elektra van één van de bungalows gebruiken. Zo konden we toch douchen en fatsoenlijk naar het toilet.

Ik repareerde provisorisch het achterlicht met een stuk rood blik van een bierblikje. Ik heb van alles bij me, maar natuurlijk net geen achterlicht glaasje. Voor de volgende dagen had ik een route gemaakt over kleine en onverharde wegen naar Ohrid, de enige plaats in het land waar wel campings zijn. Na zo'n twintig kilometer asfalt begon het onverhard. De eerste kilometers waren tussen de takken door langs het spoor.

  

  

 

Daarna een riviertje over en toen begon het. Het volgende tussenpunt op de route lag op zeventien kilometer, maar de tijd die de planner opgaf was drie uur ?? Dat bleek wel te kloppen, het was het hele stuk in kruipsnelheid over rotsen en door het water uitgesleten paden. De drie uur werd wel vijf uur. Aan het einde van de middag kwamen we aan bij het tussenpunt, weer op de verharde weg. We waren super blij dat de Jeeps nog reden. Het was één van de mooiste offroad ritten die we ooit gedaan hebben, maar we besloten toch maar over de weg verder te gaan naar Ohrid. We reden naar een stadje om te winkelen en te tanken, verdwaalden daar nog in de smalle straatjes. Na een half uur zoeken kwamen we op de hoofdweg, we reden de stad uit en zochten een kampeerplekje.

Deze keer gelukkig zonder muggen en ander ongedierte. Herman merkte nog wel dat zijn Jeep steeds rotter ging sturen. Het bleek dat het olie reservoir van de stuurbekrachtiging leeg was. Toen we die weer gevuld hadden voelde het weer goed, maar de olie druppelde vrij snel uit het stuurhuis. De keerring van de Pitman as had het kennelijk opgegeven. De volgende dag knutselden we van een bierblikje een olie opvang bakje onder het stuurhuis en vertrokken we richting Ohrid.

Een heerlijke rit over gladde asfaltwegen door mooi landschap. Na één keertje olie bijvullen kwamen we bij het meer van Ohrid aan. We gingen naar de best beoordeelde camping. De camping lag aan het meer, we werden hartelijk ontvangen. Nadat we ons geïnstalleerd hadden, werden we getrakteerd op een welkomst drankje, een lekkere espresso met een schnaps ernaast.

  

De rest van de dag vulden we met bierdrinken en eten in het restaurant, we hadden nu ook weer wifi en kregen een appje van Arno dat hij de volgende donderdag in Griekenland kon zijn, dat was een leuk om naar uit te kijken . Op zaterdag moest er gesleuteld worden. De keerring voor het stuurhuis had ik wel bij me, maar geen poelietrekker om de pitmanarm eraf te krijgen. Die leen ik normaal van mijn werk. Eerst dus op zoek naar een trekker. We vonden een auto materialen zaak, maar die konden ons niet helpen. Er zou nog ergens een soort gereedschap markt moeten zijn, maar die konden we niet vinden. Uiteindelijk vonden we in een gereedschapszaak een zware poelietrekker. Niet helemaal het type dat we wilden, maar toch maar gekocht, nog duur ook, dus we verwachtten wel kwaliteit. 's Middags diverse pogingen gedaan om de arm eraf te krijgen, de trekker deed het best goed, we konden er echt goed spanning op zetten, maar de arm kwam er niet af.

 Aan het einde van de middag hebben we het opgegeven met het plan om maandag een garage te zoeken die hem los kan krijgen. Jammer genoeg kregen we toen weer een appje van Arno dat hij een groot probleem had gevonden aan zijn Jeep en dat alles weer onzeker was. Op zondag hielden we een lekkere rustdag. met aan het einde van de middag een lekker maaltje in het restaurant.